Alle beetjes helpen
Geen tijd om uren aan een stuk te bewegen? Je hebt geluk, dat is ook nergens voor nodig. Per week moet je als volwassene minstens 150 minuten een matige inspanning of 75 minuten een zware inspanning levert. Vroeger zei men weleens dat je die best in grote tijdsblokken presteerde, maar nu blijkt dat dat niet nodig is om je conditie te onderhouden. Of het nu om enkele minuutjes of een halfuur gaat: alle beetjes helpen.
Huishouden
De makkelijkste manier om aan je dagelijkse dosis beweging te komen, is door huishoudelijke taken te verrichten. Die moeten toch gebeuren. Rechtop staan alleen is uiteraard niet genoeg, maar een muur schilderen of het gras maaien tellen wel. Extra motivatie om eindelijk eens je stulpje onder handen te nemen!
Een stapje verder
Een nieuwe activiteit opnemen is niet altijd even simpel. Maar wacht dacht je ervan om dingen die je toch al doet, gewoon iets langer of intenser te doen? Parkeer je auto bijvoorbeeld niet vlak voor de deur van de supermarkt, maar vijf minuutjes verderop. Of neem de bus niet aan de dichtstbijzijnde halte, maar eentje verderop. Op die manier beweeg je zonder al te veel inspanning een pak meer.
Ook op het werk
Steeds meer mensen werken zittend en dat is allesbehalve goed voor onze gezondheid. Het vergroot bijvoorbeeld het risico op diabetes en hartkwalen. Af en toe rechtstaand werken kan al helpen, maar in het ideale geval krijg je ook wat beweging. Loop bijvoorbeeld rond tijdens het bellen, strek je benen tijdens de middagpauze door een wandeling of loop even naar het bureau van een collega in plaats van een mailtje te sturen.
Kracht en balans
Zeker voor ouderen is het belangrijk om wat aan kracht- en balanstraining te doen. Dat klinkt heel moeilijk, maar is perfect te integreren in het dagelijks leven. Draag je boodschappen wat verder naar huis, neem de trap in plaats van de lift of probeer om op een been te balanceren. Wederom: alle beetjes helpen.