Voor de studie hebben de onderzoekers vijftig studenten opgetrommeld. De ene helft kreeg een kop zwarte thee voorgeschoteld, de andere helft mocht een glas water drinken. Als de deelnemers het drankje achterover geslagen hadden, moesten ze twee verschillende proeven uitvoeren.
Bij de eerste test moesten de proefkonijnen met blokjes een "aantrekkelijk en creatief" design bouwen. Voor de tweede test moesten ze namen verzinnen voor een nieuw restaurant, dat zich specialiseert in Japanse noedelramen.
Betere scores
Wat blijkt? De jongeren die de thee hadden gedronken, haalden betere scores voor beide proeven. Bovendien kwamen ze met meer ontwerpen en voorstellen voor namen op de proppen dan de mensen die van het water hadden genipt.
Moeten we nu allemaal massaal thee gaan drinken om onze creativiteit een duwtje in de rug te geven? Dat nu ook weer niet. De bollebozen van de Peking University hebben immers amper vijftig mensen bestudeerd. Daarnaast hebben ze niet kunnen aantonen dat er een causaal verband is. Langs de andere kant kan een kopje thee best smaken. Dus wie de theorie eens wil uitproberen, kan vast en zeker niets misdoen.
