Volgens de WHO moeten jongeren per week zeven uur gemiddeld of intens bewegen om er op lange termijn gezondheidsvoordelen uit te halen. In 2016 bewoog 81% van de adolescenten te weinig. Doel van de Wereldgezondheidsorganisatie is om dat percentage tegen 2030 terug te dringen tot 70%.
Elektronische revolutie
De oorzaak van de inactiviteit moet volgens de WHO-experten gezocht worden bij de elektronische revolutie. Die heeft ervoor gezorgd dat de bewegingspatronen van tieners zijn veranderd. Ze worden nu meer aangemoedigd om te zitten, verklaart Leanne Riley.
Genderkloof
Tussen 2001 en 2016 daalde het aandeel van inactieve adolescenten slechts met 2,5 procentpunt. Terwijl jongens iets sportiever werden, doen de meisjes het wereldwijd net slechter dan vijftien jaar geleden. Die genderkloof is gelinkt aan culturele tradities en aan bepaalde obstakels. Zo zijn er in scholen soms geen kleedkamers voor meisjes, aldus Riley. Uit het rapport blijkt dat in rijke landen in het oosten van Azië de jongeren het minst actief zijn, terwijl de jongens in rijke Westerse landen en meisjes in Zuid-Aziatische landen het meest actief zijn.