Gierzwaluwen die geboren worden in de oude keizerlijke paleizen in Peking vliegen jaarlijks 25.000 kilometer naar het zuiden van Afrika en later weer terug, en dat zonder tussenlanding. Over hun hele leven vliegen ze zo'n 200.000 kilometer, genoeg om tot halverwege de maan te geraken.
Nieuw onderzoek suggereert dat vanaf ze hun nest verlaten de vogels tot drie jaar in de lucht doorbrengen. Eten, drinken en paren, het gebeurt allemaal in de lucht. Ze landen enkel om hun eieren uit te broeden en voor hun kuikens te zorgen.
"Dat deze kleine vogel, die in een mensenhand past, jaarlijks tot het zuiden van Afrika vliegt en weer terug zonder tussenstops te maken is inspirerend en een bewijs dat de natuur de grootste inspiratiebron is voor de mens," zei Terry Townshend, stichter van Birding Beijing, een organisatie die zich inzet voor het behoud van vogels in Peking.
De vogels bezoeken keizerlijke paleizen in de Chinese hoofdstad al eeuwenlang. Ze zijn zo nauw verbonden met de stad dat een soort zwaluwen de naam 'Apus apus pekinensis' of Pekinese zwaluw draagt.
Maar over de afgelopen dertig jaar is het aantal zwaluwen in de Chinese hoofdstad met de helft gedaald. Daarom proberen onderzoekers meer te weten te komen over de habitat van de vogels. Omdat ze een groot deel van hun leven in de lucht doorbrengen, zijn ze moeilijk te bestuderen. Ondanks dat hun winter- en zomerverblijfplaatsen goed gekend zijn, waren de vliegroutes nog een mysterie voor dit onderzoek.
Een groep van Britse, Zweedse Chinese en Belgische onderzoekers en vogelliefhebbers werkten samen in een project dat vorig jaar begon met het vangen van 31 vogels in een paviljoen in het Zomerpaleis in Peking. Ze werden uitgerust met kleine, lichtgevoelige gps-toestelletjes en werden dan weer vrijgelaten voor hun jaarlijkse trektocht naar het zuiden.
De vogels zijn zo gehecht aan de plaats waar ze een nest vormen dat de onderzoekers dit jaar meer dan een derde van de vogels weer terugvonden in hetzelfde paviljoen toen ze de gegevens van hun vlucht gingen terughalen. De data toonde dat de vogels in juli vertrokken via Mongolië, over Iran en dan over Afrika richting het zuiden waar ze de winter doorbrachten.
In februari vlogen ze terug via dezelfde route, waarop ze ongelooflijke snelheden haalden van soms wel hoger dan 110 kilometer per uur.
"Zwaluwen hebben een speciale plaats in het hart van de inwoners van Peking. Hun formaties die je bij zonsondergang ziet rond verschillende belangrijke punten in de stad zijn een van de meest adembenemende dingen van de zomer," zei Fu Jianping, leider van de Chinese Vogelliefhebbers. "Jarenlang hebben we afscheid van hen genomen aan het eind van juli, zonder enig idee waar ze naartoe gingen. Dankzij dit project weten we dat nu wel."