Onderzoekers Langeslag en Sanchez wierven 24 mensen met liefdesverdriet in de leeftijdscategorie 20-37 jaar. Alle proefpersonen kwamen net uit een lange relatie en voelden zich nog sterk gehecht aan hun ex. De oorzaken van de break-ups varieerden: sommigen hadden zelf een punt achter de relatie gezet, waar anderen van hun partner de bons hadden gekregen.
Drie manieren
Op de proefpersonen werden drie strategieën losgelaten die hen moesten helpen over hun ex heen te komen. De eerste groep moest hun ex in een kwaad daglicht zetten door al zijn of haar negatieve eigenschappen en gedragingen op te sommen en zich hier op te focussen.
De tweede strategie was compleet anders ingestoken: de proefpersonen moesten leren accepteren dat ze zich slecht voelden en statements lezen die hen aanmoedigden het positieve van de break-up te zien. De derde methode was simpel: afleiding. Wanneer de gedachten van de proefpersonen naar hun ex gingen, moesten ze expres en hardnekkig aan iemand anders gaan denken. Tenslotte werd er ook een controlegroep gebruikt, waarvan de participanten niets hoefden te doen.
Negatief
De grote vraag nu: wat was de meest succesvolle manier? Ten eerste: iets is beter dan niets. Dus of je nu negatief denkt over je partner, iets positiefs uit je break-up probeert te halen of afleiding zoekt, deze methodes werken stuk voor stuk beter dan nietsdoen. Maar de allerbeste strategie bleek toch de eerste: je ex in een negatief daglicht zetten.
Op deze manier ga je uiteindelijk minder van hem of haar houden, waardoor het gemakkelijker is om over de break-up heen te komen. Overigens zit er wel een extra negatief punt aan deze strategie: de proefpersonen in deze groep voelden zich over het algemeen, dus los van hun verdriet, meer down dan dan de rest van de participanten. Maar dat moet je misschien maar even op de koop toe nemen.