Het experiment werd uitgevoerd met behulp van sensoren. "We hebben met motion capture-sensoren die vastgemaakt waren aan de pols, hoofd en borst van de leugenaar en interviewer alle bewegingen heel precies gemeten" legt onderzoeker Sophie van der Zee uit aan Scientias.nl. Wat bleek. Mensen die liegen imiteren het gedrag van hun gesprekspartner. Hoe groter de leugen, hoe sterker de leugenaar de ander nabootste.
Mentale druk
Onderzoekers wijzen op twee mogelijke verklaringen. "Er zijn aanwijzingen dat er meer automatische processen optreden als iemand cognitief belast wordt, dus mentaal druk is met andere dingen aldus Van der Zee. Liegen is zwaarder voor de hersenen dan de waarheid vertellen dus vallen leugenaars terug op kopieergedrag.
"Een andere mogelijke verklaring die we niet hebben getest is dat een leugenaar zijn gedrag bewust of onbewust aanpast aan zijn gesprekspartner om zo de kans te vergroten dat hij geloofd wordt", zegt Van der Zee. "Spiegelgedrag is immers gelinkt aan iemand aardig vinden. En als je iemand aardig vindt, is de ander wellicht minder wantrouwig."