Honden
Hoewel honden in principe een wintervacht krijgen, is dat tegenwoordig door de constante verwarming niet meer altijd het geval. Daarom is het belangrijk om je trouwe viervoeter tijdens het winterweer extra goed te verzorgen. Trek je erop uit met je hond? Zorg dan dat hij genoeg in beweging blijft en niet stilzit in de koude. Honden met een dunnere vacht trek je best een beschermend jasje aan. Let er ook op dat ze geen sneeuw eten, want dat zou kunnen zorgen voor buikkrampen en diarree. Bij het thuiskomen is het belangrijk om de pootjes te wassen met lauw water. Strooizout kan immers kloven veroorzaken. Als dat meermaals gebeurt, smeer dan eventueel de poten in met vaseline voor het buitengaan.
Wat het knusse binnenleven betreft: maak het je hond zo comfortabel mogelijk. Probeer ervoor te zorgen dat hij steeds op een deken of kussen ligt, want een koude ondergrond kan zorgen voor blaasproblemen. Controleer ook regelmatig zijn ogen: de koude lucht kan zorgen voor irritaties, dus gebruik oogzalf indien nodig.
Katten
Als je kat vooral binnen zit, zorg dan voor een een overvloed aan knusse slaapplekken die uit de tocht staan. Zeker als de verwarming overdag niet aanstaat, is dat zeer belangrijk. Oudere katten kunnen door de kou weleens last krijgen van hun gewrichten, waardoor ze minder makkelijk kunnen bewegen en springen. Extra opstapjes zijn dus aan te raden. Probeer je kat droog te houden, want de nattigheid doet hun natuurlijke isolatielaag teniet.
Heb je een echte buitenkat? Ook in dat geval zijn 'warme' schuilplaatsen van belang. Dat betekent in praktijk dat die plekjes zich best een stuk boven de grond bevinden - dat is namelijk warmer. Ook schoon drinkwater is van belang, anders zouden ze zich weleens tot vervuild (antivries) water kunnen richten. Net zoals bij honden kan je hun oogjes verzorgen met oogzalf en vaseline op hun poten smeren tegen de extreme koude. Opgelet ten slotte wanneer je de auto start: dat is een van hun lievelingsplekjes.