Ze waren misschien maximaal met een duizendtal, maar de IJslandse walrussen namen een aanzienlijk deel van het eiland in tot ongeveer 1330. Daarna is er geen teken van leven meer van de dieren en dat is vooral te wijten aan de Vikingen. Onderzoek van evolutionair geneticus Xenia Keighley van de universiteit van Kopenhagen leert dat de Noormannen een bepalende factor waren in het uitsterven van die diersoort die het op dat moment al moeilijk had. Het klimaat ging door een warmere periode en er waren meerdere vulkaanuitbarstingen in de buurt van het leefgebied van de walrussen.
Ivoor voor Europese markt
De Vikingen joegen voornamelijk in Noorwegen, waar een veel grotere kolonie walrussen leefde, maar ze kwamen ook aan wal in IJsland. Ze waren geïnteresseerd in de ivoren slagtanden van de mastodonten. Ivoor was toen een kostbaar goed op de Europese markten. "Uit de DNA-stalen die we namen en de koolstofdatering blijkt duidelijk dat de populatie nog actief was na de komst van de Noormannen. Ze zijn dus niet uitgestorven ten gevolge van natuurlijke oorzaken", aldus Keighley. Daarmee is de bevolkingsgroep de eerste die een diersoort volledig uitroeid heeft om er commercieel bij te winnen.