De wetenschappers van de New Jersey School of Medicine bestudeerden drie jaar lang het eetpatroon van 12.000 mensen. Zo'n 2,5% onder hen noemde zichzelf vegetariër, voornamelijk jonge vrouwen.
De deelnemers werden gescreend op factoren die de kans op een hartaandoening verhogen. Onder meer de gemiddelde bloeddruk, het cholesterolpeil en het lichaamsgewicht werden in rekening gebracht. Die gegevens werden gebruikt om te voorspellen hoe groot de kans was dat ze in de loop van de volgende tien jaar hartklachten zouden ontwikkelen.
Bij de vegetariërs werd dat risico geschat op 2,7%, terwijl de vleeseters 4,5% kans hadden. Volgens de onderzoekers is dat verschil statistisch verwaarloosbaar. Hun bevindingen gaan in tegen wat doorgaans wordt aangenomen, al halen ze zelf twee zwakke punten van hun studie aan.
Zo werden de deelnemers slechts drie jaar gevolgd, wat redelijk kort is. Ze moesten ook zelf verslag uitbrengen over hun eetgedrag. De auteurs dringen daarom aan op bijkomend onderzoek.