Het is nog maar de derde keer dat er een EK georganiseerd wordt voor de mannelijke eliterenners. Lars van der Haar won in 2015 de eerste editie, terwijl Toon Aerts vorig jaar voor de verrassing zorgde.
Een herhaling van dat scenario lijkt in Tabor zo goed als uitgesloten. Dit seizoen komt werkelijk niemand in de buurt van Van der Poel, zelfs zijn eeuwige rivaal Wout van Aert niet. De wereldkampioen komt zondag bovendien niet eens aan de start, waardoor het pad echt helemaal open ligt voor Van der Poel.
"Mooie trui"
"De druk ligt op mijn schouders, maar dat ben ik gewend", zegt de Nederlandse kopman, die woensdag nog de Koppenbergcross naar zijn hand zette. "Ik ben vooral heel erg gebrand op die Europese titel. Een EK staat voor mij net onder een WK."
"Er is een mooie trui aan verbonden en dat is altijd belangrijk. Dat het in Tabor is, maakt het voor mij extra speciaal. Ik heb iets met deze omloop. Ik werd er in 2015 wereldkampioen en ook bij de jeugd verloor ik er nog nooit."
Cant mikt op medaille
Terwijl de Belgische winstkansen bij de mannen dus niet zo groot zijn, zwaaien onze noorderburen ook bij de vrouwen de plak. "Met onder andere Kaptheijns, Brand en Worst beschikken de Nederlanders over een sterk blok", blikt Sanne Cant vooruit. De Belgische kampioene, die vorig jaar pas zesde werd, is op tijd hersteld van de maag- en darmproblemen waardoor ze woensdag afzegde voor de Koppenbergcross.
Vandaag stapte ze het vliegtuig op richting Tabor, waar ze zondag een gooi doet naar een derde Europese titel. "Het parcours ligt mij in ieder geval", zegt de 27-jarige renster van Iko-Beobank. "Ik hoop vooral dat ik gezond aan de start kan staan en dan is het podium zeker haalbaar."