'Nature Deficit Disorder' is de term die wijst op de problemen die het gevolg zijn van een gebrek aan contact met de natuur. In een recente lezing waarschuwde de bioloog hier nog eens voor: "Als biologische wezens hebben we de geschikte fysiologische kenmerken om te rennen, spelen, jagen en dagelijks actief te zijn. De realiteit is echter dat we de hele dag door op een stoel zitten."
Vooral voor opgroeiende kinderen is contact met de natuur belangrijk. Kinderen die te weinig buitenkomen hebben meer kans op mentale problemen als angstoornissen en ADHD.
Ook wonen in de stad kan gelinkt worden aan dit probleem. Zo zijn niet alleen genetische factoren bepalend voor psychiatrische aandoeningen, maar zou wonen in de stad bijdragen aan de ontwikkeling ervan.
Om dit te voorkomen kunnen zelfs al kleine ervaringen met de natuur wonderen doen. Kijken naar een roodborstje in de tuin of een wandeling in het park kunnen al een opkikker geven en negatieve gedachten doen verdwijnen.