Er zijn voldoende buffers die kunnen verhinderen dat Syrië-strijders "onder de waterlijn" naar Europa terugkeren, maar er moet nu snel gehandeld worden om ervoor te zorgen dat ze in de regio berecht worden. Zo heeft ontslagnemend minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem woensdag in het VRT-programma Terzake gereageerd op de mogelijke impact van het Turkse offensief in het noorden van Syrië. Het Turkse offensief tegen de Koerdische strijders in het noorden van Syrië doet opnieuw vragen rijzen over de beveiliging van de kampen waar foreign terrorist fighters vastgehouden worden. Wordt het risico opnieuw groter dat ze de benen kunnen nemen en naar Europa terugkeren? De kwestie is dinsdag door een zevental betrokken landen besproken in de marge van een Europese ministerraad in Luxemburg.
"Je kan het risico nooit uitsluiten, maar eigenlijk heeft niemand er belang bij dat die kampen zouden opengemaakt worden. De Franse en Engelse troepen zullen ervoor zorgen dat de mensen in die kampen blijven in afwachting van het proces dat ze daar zullen krijgen", reageerde De Crem. Hij merkt ook op dat ze enkel via Turkije over land naar Europa kunnen gaan. "Turkije zal nooit toelaten dat IS-strijders, foreign fighters, terroristen zich ook maar op hun grondgebied begeven".
De "buffers" zijn er dus, maar dat neemt volgens De Crem niet weg dat er nu snel werk moet gemaakt worden van de berechting van de foreign fighters in de regio waar de misdaden hebben plaatsgevonden. "We hebben met de zeven landen samengezeten en we zijn ervan overtuigd dat de berechting in de regio moet gebeuren", aldus de minister. Hij meent dat er daarvoor "een speciale rechtbank" opgericht moet worden, "die we ook zullen moeten betalen".
bron: Belga