De abdij mag pronken met een rijke geschiedenis, die zijn oorsprong vindt in de 11de eeuw, toen diep in de Ardense bossen in de provincie Luxemburg franciscanen uit Zuid-Italië een kerk en klooster oprichtten. Daar leefden verschillende christelijke ordes lange tijd in relatieve kalmte, tot de overheid op het eind van de 18de eeuw de monniken op straat zwierde en hun bezittingen opeiste. Gedurende meer dan een eeuw zouden de zwartgeblakerde muren van de abdij aan de weersomstandigheden prijsgegeven worden en zelfs dienst doen als steengroeve.
In 1926 zou het startschot voor de moderne abdij worden gegeven. Een groep Franse cisterciënzers kreeg de rechten op de gronden van de toenmalige eigenaars en ging voortvarend aan de slag. Na een gigantische restauratie die twintig jaar duurde, kreeg het klooster een complete restauratie en werd de monastieke traditie hersteld.
Stoute keuzes
Hoewel de abdij al meerdere eeuwen oud is, werd de brouwerij pas in 1931 opgericht. De paters wilden zo inkomsten genereren om de heropbouw van de verlaten gebouwen te financieren. Van in het begin werft de brouwerij leken als werkkrachten aan, onder wie de Duitse meester-brouwer Pappenheimer, aan wie het recept toe te schrijven is.
De stoutmoedige keuzes van Pappenheimer en zijn collega's zorgden voor de unieke smaak van Orval. Verschillende van de gebruikte fabricatiemethoden, zoals het "laten trekken van de mout en het drooghoppen", zijn hoogst ongebruikelijk in onze contreien. Het aroma en de fijnheid van de smaak van het bier zijn dan ook meer te danken aan de hoppen en de gisten dan aan de gebruikte mouten.
Oldschool ontwerp
Zowel het recept, het glas, de fles als het etiket zoals wij die nu kennen, zijn nog dezelfde als in het begin van de jaren 30. Het etiket van de flesjes, waarop een forel met een ring in de bek staat afgebeeld, verwijst overigens naar een legende over het ontstaan van de abdij. Mathilde, die weduwe was, had per ongeluk haar trouwring in de bron van het dal laten vallen; ze smeekte God om hulp en het duurde niet lang of er kwam een forel boven water met in zijn bek de kostbare ring. Mathilde riep toen uit: "Dit is echt een gouden dal!" (Orval, 'val d'or' betekent 'gouden dal') en ze besloot volgens de legende uit dankbaarheid op deze gezegende plaats een klooster te stichten.
De abdij beschikt over afzonderlijke verblijven voor gasten die voor gebed, meditatie, studie of rust zich een tijdje willen terugtrekken uit hun dagelijkse omgeving. Bezoekers zijn er altijd welkom, mits ze zich aan enkele regels houden, zoals het gezamenlijk gebruiken van de maaltijden zonder daarbij te converseren. De abdij beweert dat een moment tot bezinning in de prachtige gebouwen, hoe kort ook, "een gelegenheid is om als in een glimp te zien dat onder de oppervlakte van het dagelijks leven op aarde Gods Rijk reeds verborgen aanwezig is".