Studente bindt strijd aan tegen baarmoederhalskanker

Studente bindt strijd aan tegen baarmoederhalskanker

Wereldwijd krijgen jaarlijks meer dan 450.000 vrouwen baarmoederhalskanker. In België kost de ziekte elk jaar het leven aan bijna 190 vrouwen. Met betere screening zou de ziekte sneller opgespoord en dus beter behandeld kunnen worden. In haar scriptie werkte Margot De Graeve, master in de biomedische wetenschappen, aan de verbetering van die screening.

Van infectie tot kanker

Baarmoederhalskanker is het gevolg van een seksueel-overdraagbare aandoening, veroorzaakt door humane papillomavirussen (HPV). “Veel vrouwen maken ooit een infectie met HPV door, maar die verdwijnt vaak zonder symptomen. Als het virus na 18 maanden nog niet uit het lichaam is verdwenen, kan het precancereuze letsels doen ontstaan die, als ze niet worden behandeld, na 10 tot 15 jaar tot baarmoederhalskanker kunnen leiden”, aldus De Graeve.

In het Westen worden vrouwen vanaf 25 jaar om de drie jaar gescreend via een uitstrijkje bij de gynaecoloog. “Maar die uitstrijkjes zijn arbeidsintensief en geven ook niet altijd het correcte resultaat. Bovendien is die screening minder geschikt in derdewereldlanden, waar er te weinig medisch getraind personeel is om vrouwen driejaarlijks te controleren. Daarom zoekt men naar betere screeningsmethoden.”

Vergelijkbaar met zwangerschapstest

De Graeve richtte zich hiervoor op eiwitten: “Eiwitten vind je overal in het menselijk lichaam. Sommige daarvan kunnen worden gebruikt als biomerker, wat wil zeggen dat ze ons informatie kunnen geven over de staat waarin een cel of weefsel verkeert. Dat principe wordt al gebruikt in zwangerschapstesten. Het gekleurd lijntje dat bij zo'n test aangeeft dat de persoon zwanger is, komt tevoorschijn als de biomerker hCG in de ochtendurine aanwezig is.”

De Graeve zocht, onder leiding van professor Xaveer Van Ostade, naar een eiwit waaruit een hoog risico op baarmoederhalskanker kan worden afgeleid. Daarvoor vergeleek ze vijftien  eiwitten in baarmoedervocht van zowel patiënten met een laag risico- als patiënten met een hoog risico-precancereus letsel. Ze ontdekte daarbij dat het eiwit ACTN4 de patiënten met een laag risico op baarmoederhalskanker kon onderscheiden van de patiënten met een hoog risico.

“Er is nog verder onderzoek nodig op duizenden patiëntenstalen om deze veelbelovende resultaten te kunnen bevestigen, maar de eerste stappen naar een biomerker voor baarmoederhalskanker zijn gezet. Dit opent perspectieven voor een snellere, gemakkelijkere en correctere screeningsmethode dan het uitstrijkje. Het idee van een soort zwangerschapstest voor baarmoederhalskanker is op termijn zeker niet onrealistisch”, besluit De Graeve.

Margot De Graeve sleepte met haar scriptie een nominatie in de wacht voor de Vlaamse Scriptie- en Eos-prijs. Haar werk is te bekijken via www.scriptiebank.be.