Voor wie het nog niet zou weten: Lieven Tavernier is de man die De Eerste Sneeuw' en De Fanfare van Honger en Dorst' aan Jan De Wilde schonk en eerder een kwalitatief maar consistent bestaan in de luwte opzoekt. In die luwte kunnen zijn woorden rustig rijpen voor ze de buitenwereld verkennen en krijgen ze alle kansen om een standvastige relatie aan te knopen met de muziek. De laatste 25 jaar brengt de nu 73-jarige liedjesschrijver regelmatig nieuw werk uit dat getuige Verloren in de Tijd' alleen maar beter lijkt te worden. Ik blader in de tijd als in een heel oud boek' zingt hij in het titelnummer. Mooie zinnen en Lieven Tavernier, het huwelijk houdt stand. Twaalf songs ingekapseld in delicate arrangementen en een uitgemeten productie van pianist Yves Meersschaert. Door elk woord met de grootste zorg neer te pennen resoneert de betekenis ervan nog beter in de stilte die onmiskenbaar een prominente plaats inneemt in zijn oeuvre.
Gezien de gezonde werkethiek die je er de laatste jaren op nahoudt is er geen sprake van rust die het risico loopt te roesten.
"Vroeger was ik docent en had ik een gezin. Het was gewoon niet mogelijk om enkel en alleen van muziek te leven. Nu ik een gevorderde leeftijd heb bereikt, liggen de kaarten anders geschud. Hard en intens werken krijgt in het aangezicht van het einde een heel andere betekenis. Ik denk dan aan Leonard Cohen die zich verbeten vastklampte aan de tijd die hem nog restte om zijn laatste dichtbundel en plaat af te werken. Waarom doe je dat? Niet voor de eeuwigheid maar eerder voor de kunst en het plezier van het maken. Je hebt geen gereedschap nodig, enkel je geest, je gitaar en een flinke dosis geduld."
En het vertrouwen om bepaalde songs te laten liggen indien nodig.
"Klopt. Zoals bijvoorbeeld Lucy In Groningen' dat 50 jaar geleden een aanzet had met enkele woorden en een melodie maar nu pas tot voltooiing is gekomen. De plaat was bijna af maar ik wilde die song er nog zeker op. Ik sloot me op en zou pas buitengaan als het nummer bestaansrecht had. Ik heb nu een appartementje aan de Gentse binnenring. Daar staan mijn gitaren en een schrijftafel. 's Morgens opstaan met de gedachte dat ik weldra de fiets mag opspringen om naar daar te rijden. Heerlijk gewoon. Ik geniet van de tijd die ik daar doorbreng en het voedt mijn creativiteit. Ik heb er het gevoel dat ik echt werk en mijn in alle bescheidenheid oeuvre verder uitbouw. Terugblikkend heb ik toch zo'n 120 songs effectief uitgebracht maar er zijn er ook honderden gesneuveld."
Je brengt ook een boek uit, Tlieverdje'.
"Het is een collectie van columns die ik lang geleden voor Radio 1 en allerlei bladen of kranten geschreven heb. Mijn uitgeverij stelde me voor om ze te verzamelen en er enkele nieuwe te schrijven. Gaandeweg pleegden de nieuwe schrijfsels een staatsgreep op het oudere werk dat nu nog maar een vierde van het boek inneemt. Dat schrijven deed zo'n deugd. (lacht) Vroeger had je daar een isolement in Bretagne voor nodig met een goede fles whisky en in gedachten schone vrouwen. Nu volstond het appartement van mijn vriendin of mijn stekje. Ik ervaar een nieuwe werkethiek die zeer natuurlijk aanvoelt en geniet met volle teugen. De magie van het maken, het zoeken naar woorden, experimenteren met open tunings op de gitaar, vriendje worden met de instrumenten die je omringen, de sensualiteit ontdekken van een gitaar die je al 40 jaar hebt en je veel meer kan geven dan een gloednieuwe, peperdure Gibson... Om maar te zeggen dat ik een gelukkig mens ben op dit moment."
Je verwondering blijft intact, al dan niet omringd met de gedachte aan je eigen sterfelijkheid. De dood duikt regelmatig op in de teksten van Verloren in de Tijd', maar nooit op een wanhopige manier. Gravitas serveren op een bedje van licht, hoop en humor zonder in te boeten aan zeggingskracht. Het is niet iedereen gegeven.
"Dank voor het compliment. Ik verwijs dan ook graag naar een schitterende scène uit een tekening van Winnie The Pooh. Op een zekere dag zullen we allemaal sterven', zegt de ene. Waarop de andere droogjes antwoordt: Maar al die andere dagen leven we wel...' (lacht) Schitterend toch, zo'n eenvoudige repliek maar de nagel op de kop."
Ik vind het nog altijd zeer vreemd dat we je zo weinig op de radio horen terwijl je door heel wat collega's op handen wordt gedragen.
"Ik begrijp het zelf ook niet goed maar heb het opgegeven om me daar druk over te maken. Heeft het met relevantie te maken? Geen idee. Op deze plaat krijg ik muzikaal de steun van o.a. Maarten Flamand van The Antler King, accordeonist Philippe Thuriot, Klaas Delvaux die nog bij An Pierlé gespeeld heeft of Gijs Hollebosch van Les Gitares Magiques. Dat zijn verschillende generaties in één band maar dat leeftijdsverschil is nooit een issue. Roland, The Bony King Of Nowhere, Stef Kamil Carlens, Raymond, Thé Lau of Gabriel Rios... Ze hebben ooit een song van me gecoverd en daar kan ik me aan laven. (lacht) Ik voel me dus zeker niet belegen maar wat airplay zou altijd helpen."
Ik steun de dictatuur van de jeugd binnen de populaire muziek. Maar je zou ze zonder morren moeten kunnen aanlengen met de verlichting van de ouderdom, niet?
"Moet ik onthouden. De ooit zo bezongen geniale tweeling van genialiteit en jeugd heeft ook zijn grenzen. Het is niet omdat je ouder wordt dat je niet meer gevoed wil worden. Op verwondering, een open geest of verontwaardiging zoals in Eens breken de dijken' staat geen leeftijd. Op creativiteit evenmin. Een van mijn favoriete schrijvers, Theodor Fontane, was een voormalige apotheker die zijn meesterwerk Effi Briest' schreef toen hij 74 was. Als je jong bent heb je de tijd aan je zijde. Waar ik nu aan werk heeft geen leeftijd of plaats nodig en dat is enorm bevrijdend. Vroeger droomde ik van het romantische schrijven, nu beleef ik het gewoon op een zeer natuurlijke manier."
Dirk Fryns
Verloren in de tijd' (****) is nu uit Tlieverdje' is verschenen bij Borgerhoff & Lamberigts live o.a. vr. 9/10 Warande, Turnhout meer data en info op www.lieventavernier.be