Van de 128 controleurs die werkzaam zijn in België, gaat momenteel een hele generatie met pensioen. Volgens het ACV zullen die niet vervangen worden. Het gevolg is dat er nauwelijks controles plaatsvinden. «De kans dat je de lotto wint, is groter dan dat een bedrijf gecontroleerd wordt op ziekte- en veiligheidspreventie», stelt ACV-veiligheidsverantwoordelijke Herman Fonck in de kranten van het Mediahuis. «Iedereen heeft het over de vele burn-outs en klaagt over het recordaantal langdurig zieken, maar er wordt bijna niet nagegaan of bedrijven daar wel iets tegen doen.» De vakbond becijferde dat met het huidig aantal inspecteurs elk bedrijf amper één keer om de 21,5 jaar gecontroleerd kan worden. De controles zijn niet onnuttig, want in de half van de gevallen wordt een overtreding vastgesteld.
Sensibilisering en vorming
Federaal minister van Werk Kris Peeters (CD&V) spreekt dat tegen. «We hebben vijftien bijkomende inspecteurs aangeworven om te controleren of werkgevers een re-integratie- en absenteïsmebeleid voeren», reageert Peeters. De vicepremier stelt bovendien dat inspecties noodzakelijk zijn, maar «nog belangrijker zijn de drie andere maatregelen die we hebben genomen.» De minister van Werk doelt daarmee op sensibiliseringscampagnes, afspraken tussen de sociale partners en de wet wendbaar en werkbaar werk', waarin de bestrijding van burn-outs is opgenomen
De werkgeversorganisaties VBO en Unizo sluiten zich aan bij de minister. «Wij hebben een enquête gedaan bij onze ondernemers waaruit blijkt dat 93 procent zelf al preventie-initiatieven neemt», stelt Unizo-topman Karel van Eetvelt. «Preventie is een zaak van werkgever en werknemers», aldus VBO-adviseur Kris De Meester. De organisatie schiet de inspecties echter niet volledig af. «Het aantal inspecteurs tellen en afzetten tegen het aantal ondernemingen, is een beetje kortzichtig. Er bestaat geen 'one-size-fits-all aanpak' die een garantie op resultaat biedt», besluit De Meester.