Prehistorische jagers hebben ongeveer 11.500 jaar geleden hun uitrusting aangepast aan een klimaatverandering die gelijkenissen vertoont met de huidige. Dat blijkt uit een onderzoek van UGent-archeoloog Philippe Crombé. Er blijkt een duidelijke evolutie in het ontwerp van de pijlpunten van jagers-verzamelaars die het Noordzeebekken moesten ontvluchten door de stijgende zeespiegel. De gemiddelde temperatuur steeg 11.500 jaar geleden 1,5 tot 2 graden Celsius per eeuw, met een snel stijgende zeespiegel, toenemende droogte en bosbranden, en migraties van dieren en planten als gevolg. Door de stijgende zeespiegel, die leidde tot de vorming van de Noordzee zoals we die vandaag kennen, ging ongeveer 100.000 km² bewoonbaar gebied verloren.
Dit dwong de toenmalige bewoners van het droge Noordzeebekken naar nieuwe gebieden, wat voor concurrentie zorgde tussen verschillende etnische groepen die aan het Noordzeebekken leefden. Opgravingen tonen dat jagers in de loop van die periode hun pijlpunten hebben aangepast.
Volgens Crombé het gevolg van een groepsidentiteit die voortvloeide uit de vernieuwde concurrentie om toegang tot voedsel en materiaal. Die zette onze voorouders ertoe aan om de grenzen van hun nieuwe territorium te verdedigen. De verschillende vormen van pijlpunten werden zo symbolen van groepslidmaatschap.
Het onderzoek plaatst de huidige klimaatverandering in een historisch perspectief, al benadrukken de wetenschappers dat ze de ernst van de huidige klimaatproblematiek niet willen minimaliseren. Toch is het niet de eerste keer dat de mens zich grondig moet aanpassen aan een veranderend klimaat, besluiten de wetenschappers.
bron: Belga