Net zoals alle andere kinderdagverblijven in België kreeg Les Tournesols' in Limelette (bij Ottignies) de volle laag toen het coronavirus ons land lamlegde. Het eerste - en meest zichtbare - gevolg was dat de kinderopvang een week lang de deuren moest sluiten. «Er kwamen geen kinderen meer», zucht Margaux Meeckers. In de hele Federatie Wallonië-Brussel viel de aanwezigheidsgraad in de sector van de kinderopvang tijdens de maand april effectief terug tot amper 2%.
Sinds de versoepeling van de lockdownmaatregelen krijgen de verzorgsters meer en meer kinderen onder hun hoede, maar de opvang draait nog steeds niet op volle toeren. «De kinderen keren echt maar beetje bij beetje terug», legt Margaux uit. «Nogal wat ouders werken nog steeds van thuis uit of zijn technisch werkloos en houden hun kinderen liever thuis. We werken dus echt met kleine groepjes. Nog maar de helft van de kinderen is terug.»
Foto R.V.
Laten we het over die kinderen hebben. Na maanden in het gezelschap van hun ouders en hun eventuele broers en zussen lijken ze blij om weer in de kinderopvang te zijn. Ook al verloopt de terugkeer voor veel kinderen heel geleidelijk. «Sommigen keren stapje voor stapje terug, zodat het niet als een schok komt wanneer hun ouders plots weer naar het werk moeten», vertelt Margaux. «Maar het is zeker zo dat de kinderen blij zijn om weer in de crèche te zijn, om hun vriendjes terug te zien en weer in hun vertrouwde ritme te stappen. Maar we doen het zachtjes aan. In het begin komt het kind een halve dag, om weer te wennen. Daarna komt het twee of drie dagen per week.»
Nieuwe tijden, nieuwe regels
Op school kunnen de leerlingen begrijpen dat ze niet te dicht in elkaars buurt mogen komen. In een kinderopvang is het uiteraard een stuk moeilijker om ervoor te zorgen dat de kinderen zich aan de afstandsregels houden. Om niet te zeggen onmogelijk. «Het is gewoonweg niet haalbaar», bevestigt Margaux. «De kinderen spelen met elkaars speelgoed, stoppen dingen in hun mond. Ik probeer dat zoveel mogelijk te vermijden. Zodra ik zie dat iemand een stuk speelgoed in de mond heeft gestopt, maak ik het schoon. Maar ik kan dat niet de hele tijd in de gaten houden. Als ze buiten spelen, is het ook zo. Als ze met drie of vier zijn, kunnen we hen moeilijk zeggen dat ze niet samen mogen spelen.»
Wat zeker wel veranderd is in het beroep van Margaux is het moment waarop ze ouders ontvangt of luiers ververst. Ze draagt nu een mondmasker (waar ze lang op heeft moeten wachten) zodra er twee volwassenen in de kamer zijn, of wanneer de ouders kinderen brengen of weer afhalen. «Ik trek ook handschoenen aan en zet mijn masker op om een luier te verversen, vooral als het om meer gaat dan enkel een plasje», vertelt ze. Tegelijk geeft ze toe dat het haar niet lukt om afstand te houden en hen geen knuffel te geven, of een kusje als ze verdrietig zijn. «Zelfs als ik een luier ververs, is het niet altijd gemakkelijk.»
Enge maskers?
Een van de belangrijke nadelen van een masker is dat het een groot deel van het gezicht verbergt van de persoon die het draagt. Dat kan kinderen die nog maar pas weer naar de opvang komen bang maken. Om de stress die maskers met zich meebrengen zoveel mogelijk af te zwakken vraagt de crèche de hulp van de ouders. «In het begin was dat een beetje ingewikkeld», zegt Margaux. «We hebben aan de ouders gevraagd om hun kind wat te laten wennen door een masker te dragen als ze kiekeboe' spelen. Sommige kinderen zijn een beetje verrast als ze ons met een masker zien, al begrijpen ze vrij snel dat wij het zijn.»
De periode die we nu meemaken gaat gepaard met veel onzekerheid, maar de ouders zijn tevreden dat ze altijd op het team van de kinderopvang kunnen rekenen. «Ik denk dat ze echt vertrouwen op ons en op het werk dat we elke dag opnieuw doen», glimlacht de kinderverzorgster. «We poetsen en ontsmetten onze ruimtes nog meer dan anders, en ik denk dat de ouders echt gerustgesteld zijn door onze aanpak. Sommigen zijn wat gestresseerd en wachten enkele dagen voor ze hun kind weer naar ons brengen. Maar het merendeel maakt zich geen zorgen. Ze weten dat we goed werk leveren.»