De tijd dat zij die op het platteland woonden in betere fysieke conditie waren dan het stadse volk, ligt achter ons. Dat is toch de conclusie van een grootschalig onderzoek van het Imperial College London dat verscheen in het vakblad Nature.
Stedelingen verdikken minder
Van 1985 tot 2017 bestudeerden de wetenschappers de gegevens van 112 miljoen mensen, verspreid over 200 landen. Algemeen genomen steeg het gemiddelde BMI op die periode met 2 punten voor vrouwen en met 2,2 punten voor mannen. Dat komt neer op een gewichtstoename van zo'n 5 à 6 kilogram. Maar vooral de plattelandsbewoners kregen te lijden onder die tendens. In steden ging het immers "slechts" om 1,6 voor vrouwen en 1,3 voor mannen.
Supermarkten en moderne technologie
Waar rurale zones vroeger gekoppeld werden aan ondervoeding, krijgen ze vandaag de dag te maken met slechte voeding. Door technologische ontwikkelingen als tractoren en stromend water moeten plattelandsbewoners een hoop minder fysieke inspanning leveren dan voorheen. Bovendien zijn ze wat voeding betreft voornamelijk aangewezen op supermarkten, waar de nadruk niet ligt op kwaliteit, maar op kwantiteit en prijs. In steden is er daarentegen sprake van een tegenbeweging: steeds meer mensen herontdekken gezonde voeding en hechten belang aan kwaliteit. Ten slotte zouden gezondheidscampagnes globaal genomen minder aanwezig zijn op het platteland dan in steden, zodat de problematiek niet wordt aangepakt.