Na een rustdag stond er in de Ronde van Italië de eerste individuele proef tegen de klok op het programma. Een kolfje naar de hand van Tom Dumoulin, die het 39,8 kilometer lange parcours vooraf bestempelde als «op zijn lijf geschreven».
Dat bleek niet overdreven. Hoewel de Nederlander afgelopen winter veel tijd en energie investeerde om zijn klimmerscapaciteiten bij te schaven, ging dat duidelijk niet ten koste van zijn kwaliteiten als tijdrijder. De kopman van Sunweb reed de verzamelde concurrentie op een hoopje, rozetruidrager Nairo Quintana op kop.
Quintana verzuipt
De kleine Colombiaan wist vooraf dat hij de schade zou moeten beperken, maar daar sloeg hij niet zo best in. De topfavoriet op de eindzege klokte pas de 23ste tijd, op bijna drie minuten van Dumoulin. In het algemeen klassement tuimelt hij zo naar de tweede plaats, met een achterstand van 2:23.
Ook de andere klassementsrenners konden niet tippen aan de toptijd van Dumoulin. Geraint Thomas kwam nog het dichtst in de buurt, maar ook de Welshe hardrijder moest 49 seconden toegeven. De Luxemburgse kampioen Bob Jungels was de enige andere renner die de schade tot minder dan een minuut kon beperken.
Monfort in top 10
En de Belgen? Die deden het verrassend goed. Nationaal kampioen Victor Campenaerts mocht van zijn werkgever LottoNL-Jumbo weliswaar niet voluit rijden om zich te sparen voor kopman Steven Kruijswijk, met Maxime Monfort finishte een andere landgenoot in de top tien.
De renner van Lotto-Soudal liet zich voor het eerst in deze Giro opmerken met een knappe zevende plaats. In het algemeen klassement komt hij zo de top twintig binnengeslopen, wat ook geldt voor Ben Hermans. Die laatste klokte de achttiende chrono en staat voorlopig twintigste.
Morgen staat een etappe door de Apennijnen op het programma, met onderweg twee cols van tweede en twee van derde categorie.