De Kamer snoeit in de afscheidsvergoeding van de Kamerleden. De inhouding van 5 procent die al sinds 2012 geldt voor de parlementaire vergoeding, geldt vanaf 1 januari van volgend jaar ook voor de afscheidsvergoedingen. Dat heeft het Bureau van de Kamer beslist. Vanaf 1 januari zullen Kamerleden die te vaak afwezig blijven bij stemmingen in de Kamercommissies daarvoor financieel bestraft worden. Sinds 2012 besliste het Bureau 5 procent in te houden op de parlementaire vergoeding. De redenering was dat ook parlementsleden moesten bijdragen aan de budgettaire inspanningen. De Kamer heeft die inhouding half december opnieuw bevestigd en breidt ze uit naar de afscheidsvergoeding.
Die afscheidsvergoeding is een vergoeding voor Kamerleden die een punt zetten achter hun mandaat. Ze werd eerder al aan banden gelegd, door bijvoorbeeld een plafond in te voeren van 24 maanden. Vanaf januari 2020 wordt er dus ook 5 procent van afgehouden.
Kamerleden die te vaak afwezig zijn bij stemmingen in de plenaire vergaderingen kunnen al langer een inhouding op hun loon krijgen. Tijdens de vorige legislatuur besliste de werkgroep "politieke vernieuwing" dat dit ook voor de stemmingen in de commissievergaderingen moest kunnen. De vergoeding wordt met tien procent verminderd indien een parlementslid minder dan 80 procent van de zittingen heeft bijgewoond van de commissie waarvan hij een vast lid is.
bron: Belga