Wie een narcistische persoonlijkheidsstoornis heeft - de echt ziekelijke vorm van narcisme, de term 'narcist' wordt doorgaans iets losser gebruikt - heeft onder andere een verheerlijkt zelfbeeld, kan weinig empathie opbrengen en is autoritair. De standaard manier om iemand te diagnosticeren met een narcistische persoonlijkheidsstoornis is via een vragenlijst. De Narcissistic Personality Inventory (NPI) telt 40 vragen, maar nu blijkt dat dat er 39 te veel zijn om te ontdekken of iemand ziekelijk narcistisch is.
Trots
Een ziekelijke narcist kan je namelijk herkennen aan het antwoord op slechts één vraag, en die luidt: "In welke mate ben je het eens met de stelling: Ik ben een narcist'?" Een echte narcist zal daar waarschijnlijk "ja" op antwoorden, zo ontdekten onderzoekers van de Ohio State University.
Mensen die bereid zijn om toe te geven dat ze narcistischer zijn dan anderen, zijn waarschijnlijk ook narcistischer, vertelt onderzoeker Brad Bushman. Mensen die narcist zijn, zijn daar bijna trots op. Je kunt ze er direct naar vragen, omdat ze narcisme niet als een negatieve kwaliteit zien. Ze geloven dat ze beter zijn dan andere mensen en vinden het prima om dat publiekelijk te zeggen.
Tijdsbesparing
Toch is het nog steeds goed om mensen waarvan je vermoedt dat ze een narcistische persoonlijkheidsstoornis hebben te onderwerpen aan de lange vragenlijst. De extra informatie die uit die vragen komt kan bijvoorbeeld bepalen welke vorm van narcisme iemand heeft.
Het stellen van die ene vraag, door de onderzoekers tot de Single Item Narcissism Scale (SINS) werd gedoopt, kan vooral nuttig zijn in lange onderzoeken. Het beantwoorden van één vraag neemt namelijk slechts enkele seconden in beslag, terwijl een vragenlijst als NPI al snel een kwartiertje van je tijd vraagt. In lange onderzoeken met veel vragenlijsten kan een respondent zo snel verveeld en afgeleid geraken en zelfs stoppen met het onderzoek. De narcismetest beperken tot één vraag kan daar een oplossing voor bieden.