Zit je op de middelbare school, dan is een vaccin een mes dat langs twee kanten snijdt. Enerzijds mag je tijdens de lesuren een halfuur de klas verlaten om te wachten in het zaaltje van de schoolverpleging, anderzijds loop je dag erna rond met een volledig geïmmobiliseerde rechterarm. Het is een debacle dat zeven op de tien 16-jarigen vorig jaar ervaren heeft, blijkt uit cijfers van de vaccinatiegraadstudie 2016.
"Ziektes zijn verdwenen"
De resultaten van de vierjaarlijkse studie zijn overwegend positief. Van alle Vlaamse peuters, van 18 tot 24 maanden oud, is meer dan 85% volledig in orde met het vaccinatieschema. «Globaal is het Vlaamse vaccinatieprogramma een groot succes. Bepaalde ziektes die vroeger kinderlevens eisten, zijn nagenoeg verdwenen», zegt welzijnsminister Jo Vandeurzen (CD&V).
Vlaanderen gooit voornamelijk hoge ogen met de vaccinatie voor het HPV-virus, dat onder meer baarmoederhalskanker kan veroorzaken. Bijna 90% van de Vlaamse meisjes kreeg die inenting, «een opmerkelijk succes», aldus Vandeurzen, zeker in vergelijking met de buurlanden en met landen als de Verenigde Staten of Australië.
Schoolachterstand
Toch stipten de betrokken professoren van de KU Leuven en de Universiteit Antwerpen nog een aantal pijnpunten aan. De vaccinatiegraad voor de mazelen, de bof en rubella blijven volgens de onderzoekers een aandachtspunt. Ook jongeren met een schoolachterstand zijn minder vaak in orde met hun inenting dan leerlingen die wel op schema zitten.
Bovendien blijken het inkomen en de afkomst van ouders een belangrijke rol te spelen in de vaccinatie van de kinderen. Jongeren met ouders van allochtone afkomst, Europees of niet-Europees, zijn minder vaak ingeënt dan hun autochtone leeftijdsgenoten. Zwangere vrouwen met een gezinsinkomen lager dan 3.000 euro laten zich bovendien minder vaak beschermen tegen kinkhoest.