Afgelopen zondag liet Martin in de ploegentijdrit al duidelijk zien dat hij zijn beste benen heeft teruggevonden. Der Panzerwagen' was de drijvende kracht achter de wereldtitel voor Etixx-QuickStep, een mooi afscheidscadeau voor zijn vertrek naar Katusha. Gisteren deed Martin daar nog een schepje bovenop. Ook in de individuele tijdrit over een vlak parcours van 40 kilometer bleek de 31-jarige Duitser te sterk voor de verzamelde concurrentie.
Vierde wereldtitel
Hij klokte af na 44:42, goed voor een gemiddelde van 53,6 km/u en diekwart minuut sneller dan de Wit-Russische titelverdediger Vasil Kiryienka. Europees kampioen Jonathan Castroviejo werd derde op 1:11. Voor Martin is het al de vierde wereldtitel tegen de klok, de eerste sinds 2013. Zo evenaart hij het record van de Zwitserse vedette Fabian Cancellara, die ondertussen een punt heeft gezet achter zijn carrière als profrenner.
En de Belgen? Die haalden voor het eerst in acht jaar nog eens de top tien. Vooraf leek vooral Victor Campenaerts daarvoor in aanmerking te komen, maar de Belgische kampioen kende geen al te beste dag en klokte pas de 26ste tijd, op 2:51 van Martin. Dan deed Yves Lampaert het een pak beter. De West-Vlaming reed naar een onverhoopte zevende stek, het beste resultaat voor een Belg sinds de zesde plaats van Stijn Devolder in 2008. Lampaert deed zo beter dan pakweg Tom Dumoulin, die pas elfde werd.
Lampaert maakt indruk
«Ik heb mezelf onderschat», glunderde onze landgenoot na afloop. «Dit had ik echt niet verwacht, ongelooflijk. Het is altijd moeilijk als je vooraf voorspellingen moet doen, maar hier rijden toch wel een pak snelle renners rond.» Zich volledig toeleggen op het tijdrijden is Lampaert voorlopig niet van plan. «De klassiekers blijven mijn prioriteit», klinkt het. «Ik wil me nog wel specialiseren in prologen, maar die lange tijdritten, dat is gewoon een kwestie van stap voor stap opbouwen. Dat komt met de jaren. We zien wel hoe het loopt. Ik ben nog jong en kan nog veel stappen zetten.»