De wetenschappers onderzochten hoe mannen scoren op een hele resem variabelen die traditioneel geassocieerd worden met mannelijkheid. Het gaat onder meer om het verlangen om te winnen, het nemen van risico's, gewelddadigheid, dominantie, promiscuïteit, homofobie en het streven naar een hoge sociale status.
Mannen die hoog scoorden op die variabelen, blijken vaker met depressies te kampen. Volgens de onderzoekers komt dat deels omdat ze minder geneigd zijn om te praten over negatieve gevoelens en ze minder snel de stap zetten naar professionele hulp wanneer ze depressieve gedachten ervaren.
Doorwinterde macho's zouden volgens de onderzoekers daarnaast ook hun fysieke gezondheid in het gedrang brengen. Een mogelijke verklaring is dat ze ziektesymptomen uit trots langer negeren. Als ze dan toch naar een dokters stappen, kiezen ze wel sneller voor een vrouwelijke arts, ook al schatten ze die lager in dan hun mannelijke collega's.