De zomer, dat is het blauw van een open hemel, het groen van gras en het grijs van de verbrandingsstoffen in de lucht. Althans, dat is het geval als je in een stad woont, stelt een onderzoek van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE). Dat toont aan dat het er in de zomermaanden en het najaar in de steden meer schadelijke stoffen rond dwarrelen dan op den boerenbuiten'.
Schuld ligt bij het hout
De studie onderzocht de waarden van schadelijke stoffen in urinestalen van jongeren uit Genk en Menen. Bij hen werd in 2010 een verhoging vastgesteld en het onderzoek ging op zoek naar de oorzaak ervan. Uit de resultaten blijkt dat de omgevingslucht in Genk en Menen in de zomer en de herfst meer schadelijke stoffen bevat dan in landelijke gebieden. "Dat is niet de schuld van de industrie, maar vooral van het verkeer in de stedelijke gebieden", aldus de woordvoerder van LNE, Brigitte Borgmans. "In de winter zijn de verschillen tussen de steden en het platteland veel minder groot. Dat komt omdat bij de verbranding van hout om het huis te verwarmen dan veel van die stoffen vrijkomen in de lucht."
Barbecueën en roken
Maar ook al bevat de stedelijke lucht meer verbrandingsstoffen, het aantal van die schadelijke stoffen dat in het lichaam terechtkomt blijkt vergelijkbaar met andere studies. "De grootste oorzaak van verbrandingsstoffen in het lichaam is niet de buitenlucht, maar verbrande voeding eten en roken", luidt het.
"Polyaromatische koolstoffen, de stoffen die vrijkomen bij verbrandingsprocessen, vind je terug in uitlaatgassen van auto's, de schoorsteen van een mazoutkachel, een houtkachel en in sigarettenrook", legt Borgmans uit. "Maar ook de zwart verbrande deeltjes in gegrilde of gerookte voedingsmiddelen bevatten die koolstoffen."