Vakbonden en werkgevers kijken elkaar vandaag/maandag opnieuw in de ogen. Ze proberen een loonakkoord voor dit en volgend jaar rond te krijgen. Een eerste poging strandde op een voor de bonden te magere loonmarge van 0,8 procent. Nieuwe berekeningen van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) moeten het overleg terug op de rails krijgen. De sociale partners, verenigd in de Groep van Tien, onderhandelen vanaf 09.00 uur over een nieuw loonakkoord, dat de loon- en arbeidsvoorwaarden voor 2019 en 2020 vastlegt. Een eerste poging in januari mislukte. Voor de bonden was 0,8 procent meer loon bovenop de index te weinig. De werkgevers hielden dan weer vast aan de loonwet, die zegt dat de maximale marge niet mag worden overschreden. Resultaat: een nationale staking op 13 februari.
Nieuwe berekeningen van de CRB moesten soelaas brengen, in de vorm van lager dan verwachte inflatiecijfers. Dat maakt de weg vrij voor wat extra loon. De CRB becijferde de nieuwe maximaal beschikbare marge op 1,1 procent: een stijging dus met 0,3 procentpunt. Dat is exact hetzelfde als de loonnorm van twee jaar geleden en meteen de ondergrens voor de vakbonden.
Maandag moet blijken of de bonden akkoord zullen gaan met 1,1 procent loonopslag bovenop de index, eventueel aangevuld met allerlei netto koopkrachtverhogingen. Van dat laatste zijn ze geen grote voorstander: het zaagt de poten vanonder de sociale zekerheid. De werkgevers van hun kant moeten dat willen betalen, gelet op hun concurrentiepositie tegenover de buurlanden.
Behalve over de lonen wordt maandag onderhandeld over andere belangrijke sociale dossiers, zoals de verdeling van de welvaartsenveloppe. Ook een verlenging van bepaalde swt- of brugpensioenakkoorden, een verhoging van de minimumlonen, de landingsbanen en mogelijke mobiliteitsvergoedingen staan op de agenda. De werkgevers zullen dan weer aandringen op bijkomende flexibiliteit.
Het overleg maandag zou tot de finish gaan.
bron: Belga