Welzijn kan uitsluitend berekend worden op basis van het bruto binnenlands product (bbp). Dat beseft ook de wetgever. Een wet bepaalt dan ook sinds kort dat het Federaal Planbureau jaarlijks het welzijn moet meten, op basis van in totaal 67 indicatoren, gaande van gezondheid, armoede tot mobiliteit.
Uit het rapport van het Planbureau - het tweede in zijn soort - blijkt dat de gemiddelde levenskwaliteit in ons land goed is. De consumptie stijgt, de levensverwachting neemt toe, het aantal vroegtijdige schoolverlaters daalt, enzovoort.
Aantal leefloners stijgt met 40%
Toch merkt het Planbureau achter die gemiddelden "zorgwekkende evoluties": sinds de crisis van 2008 is de situatie van de armsten er immers op achteruitgegaan.
Dat uit zich in een hele resem indicatoren. Zo is tussen 2008 en 2015 het aantal personen met een collectieve schuldenregeling met 60% gestegen, is het aantal leefloners met 40% toegenomen en het aantal huishoudens dat medische zorg moet uit- of afstellen wegens financiële redenen maar liefst verviervoudigd. Erg zorgwekkend, aldus het Planbureau, is ook dat het armoederisico voor jongeren is gestegen.
Ook als het over gezondheid gaat, baart de siuatie van de armsten zorgen. Obesitas en depressie nemen toe, en dan vooral bij de armsten. Het aantal rokers daalt, maar minder sterk bij de armsten.