Kinderen die het thuis moeilijk hebben door bijvoorbeeld scheidende ouders of door ziekte gaan eerder steun zoeken bij hun huisdier dan bij hun broers of zussen, zo blijkt uit onderzoek aan de Universiteit van Cambridge. De resultaten zijn gebaseerd op een tien jaar durende studie bij 100 Britse gezinnen.
Matt Cassels, een onderzoeker aan de universiteit, meent dat er te weinig aandacht wordt besteed aan de rol van huisdieren in de emoties van de jongeren.
Cassels zegt dat de rol van huisdieren in het leven van jongeren niet erkend is en het belang sterk onderschat wordt. "Kinderen hebben het gevoel dat huisdieren ze niet veroordelen, wat ze bij familieleden wel hebben."
In de VS is, door echtscheidingen, de kans groter dat kinderen een huisdier hebben dan dat ze bij hun biologische vader wonen. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 66% van de kinderen bij hun biologische vader leven, terwijl 80% van de kinderen er een huisdier heeft.
"Deze kinderen richten zich vaak tot hun huisdier in moeilijke situaties, maar ze doen dat zelfs vaker dan tot hun broers of zussen, ook al beseffen ze dat hun huisdieren niet begrijpen wat ze zeggen."
Er is een therapeutische kant aan deze vriendschappen, suggereerde hij, omdat huisdieren meer de rol spelen van luisterend oor in tegenstelling tot je problemen neerschrijven in een dagboek. Uit het onderzoek blijkt verder ook dat de band die kinderen met hun huisdieren hebben sterker is dan de band met hun leeftijdsgenootjes.
De studie laat volgens hem zien "dat we op dezelfde manier kunnen praten over de relatie tussen een kind en zijn huisdier als dat we praten over de relatie tussen broers en zussen."