Op het eerste zicht lijkt het Instagram-account van de 18-jarige Antonia Eriksson helemaal niet bijzonder. Antonia is een Zweedse fitness blogster, waardoor haar account vol food porn, inspirerende quotes en selfies staat. Maar als je helemaal teruggaat naar haar eerste geposte foto, zie je de foto van een ziekenhuis.
In de zomer van 2012 kreeg Antonia anorexia. Dat liep helemaal uit de hand waardoor ze in september 2012 opgenomen werd in het ziekenhuis. Ze besloot om haar herstel met de wereld te delen via Instagram. "Voordat ik begon met @eatmoveimprove, noemde het account eigenlijk @fightinganorexia, wat een anoniem profiel was. Het heeft een hele tijd geduurd voor ik besloot mijn echte identiteit weer te geven", aldus het 18-jarige meisje.
Volgens Antonia werd haar eetgedrag enorm beïnvloed door de vele Instagram-accounts die ze volgde waar constant foto's op werden gepost van meisjes met het perfecte uiterlijk en levensstijl. "Wanneer ik aan mijn herstel begon, stopte ik met deze accounts te volgen. Ze beïnvloedde me teveel toen ik ziek was. Ze zijn gemaakt om meisjes slecht te doen voelen en die accounts 'hielpen' me om mezelf uit te hongeren."
Ondertussen heeft ze haar normale gewicht terug bereikt en is ze een inspiratiebron voor vele andere lotgenoten. Sommige merken in de fitness- en voedingsindustrie hebben haar zelfs aangenomen als rolmodel. "Instagram heeft me enorm geholpen tijdens mijn herstel. Ik vond andere mensen die hetzelfde voelden. We steunden elkaar en elke keer als ik me slecht voelde kon ik terecht bij mijn 'Instagram-familie' voor steun en advies."
Vooral psychologisch heeft Antonia Eriksson een belangrijk punt bereikt door haar herstel open en bloot te maken. "Anorexia is een ziekte die ik ooit had, maar bepaalt niet wie ik ben als persoon. Ik vond het heel belangrijk om mensen te laten zien dat het mogelijk is om terug op een gezonde manier te leven. Vele volgers keken naar me op en gebruikten mijn verhaal als inspiratie. Daar ben ik trots op."
Lees het hele verhaal van Antonia op The Daily Dot.