Bij luchtaanvallen in de provincie Idlib, in het noordwesten van Syrië, zijn zaterdag twintig burgers omgekomen, onder wie ook acht kinderen. Dat zegt het doorgaans goed geïnformeerde Syrische Observatorium voor de Mensenrechten. Negen burgers zijn omgekomen in het dorp Baluon, vijf in Abdita, vier in al-Bara, één in Bujghas en nog één in Talmenes. Er zouden ook een veertigtal gewonden zijn, van wie sommigen er erg aan toe zijn.
Het Syrische leger startte eind april, samen met de Russische luchtmacht, een grootschalige militaire operatie om de laatste rebellen in de Syrische provincies Hama en Idlib te verslaan. Door dit offensief sloegen duizenden mensen op de vlucht. Het Syrische leger is er de voorbije maanden in geslaagd om terrein te winnen, maar de rebellen verslaan lukte nog niet. Bij de operatie zouden volgens het Observatorium voor de Mensenrechten al zeker 4.873 doden zijn gevallen, onder wie meer dan 1.200 burgers.
Volgens het Turkse nieuwsagentschap Anadolu sloegen de voorbije week zeker 25.000 Syriërs op de vlucht voor de luchtaanvallen in de regio. Ze begeven zich richting Turkse grens. De luchtaanvallen zouden volgens Anadolu ook gericht zijn tegen scholen en ziekenhuizen. Idlib staat grotendeels onder controle van de aan al-Qaida gelinkte beweging Hayat Tahrir al-Sham.
bron: Belga