Aan het bouwen en aansteken van vreugdevuren was in Scheveningen geen vergunning verbonden. Wel waren er stevige afspraken gemaakt, waarbij de veiligheid het belangrijkste criterium was, zo heeft de gemeente Den Haag woensdag verklaard. In de evaluatie van de gebeurtenissen zal volgens de gemeente "uiteraard aandacht zijn voor de vraag of het traject zoals dat ieder jaar is gevolgd op basis van afspraken en convenanten adequaat is geweest". Den Haag ziet "in de gebeurtenissen van dit jaar sterk de noodzaak om die werkwijze kritisch tegen "het licht te houden."
Het jaarlijkse "vreugdevuur" dat met oudejaar wordt aangestoken op het strand van Scheveningen, was maandagnacht uit de hand gelopen. Eerst moest de dijk worden ontruimd omdat het vuur op het strand te groot was geworden en te veel hitte veroorzaakte voor de toeschouwers. Nadien bleek dat de vonken van het vuur ook de omgeving in brand staken.
Volgens de gemeente zijn die afspraken in de loop der jaren flink aangescherpt. De afspraken worden ieder jaar voorafgaand aan de jaarwisseling met de gemeenteraad besproken en achteraf geëvalueerd.
Den Haag besloot in 1990 de vele vuren in de wijken te verplaatsen naar het strand en terug te brengen naar twee vreugdevuren. In de loop der jaren kwam er steeds meer publiek op af en werden de brandstapels hoger. In 2014 besloot de gemeente te komen tot ondertekende, schriftelijke afspraken met de organiserende partijen over onder meer de massa en hoogte van de stapels.
Afgelopen jaarwisseling bleek dat de bouwers van de vreugdevuren zich niet aan de afspraken hadden gehouden over de hoogte van de vuren. De gemeente reageerde hierop door op het laatste moment de veiligheidshekken verder van het vuur te zetten om het publiek op afstand te houden.
bron: Belga