Na bijna een jaar heeft de ebola-epidemie in het oosten van Congo al meer dan 1.600 mensenlevens geëist. Dat meldt het Congolese ministerie van Gezondheid vandaag. De epidemie brak op 1 augustus 2018 uit en treft de oostelijke provincies Ituri en Noord-Kivu. Sinds de uitbraak van de epidemie heeft het ministerie van Gezondheid weet van 2.288 gevallen. In totaal vielen er al 1.606 doden, waarvan 1.512 bevestigd dat het overlijden te wijten is aan ebola en 94 vermoedelijk. Er worden nog 666 patiënten verzorgd.
Het baart de hulpverleners zorgen dat er een nieuwe dode is gevallen in een nieuwe zone, niet ver van de grens met Oeganda en Zuid-Soedan. Het gaat om een vrouw die overleed in Ariwara (Ituri). De moeder van vijf kinderen, van wie er twee overleden aan ebola, was Beni in Noord-Kivu ontvlucht omdat ze wilde ontsnappen aan de medische hulpverleners. Ariwara ligt op een tiental kilometer van Oeganda en zo'n 60 km van Zuid-Soedan.
De bestrijding van de epidemie verloopt moeilijk omdat het in het oosten van Congo al jaren bijzonder onrustig is. Daarnaast heeft de bevolking weinig begrip voor de massale en gemilitariseerde inzet van hulpverleners, die ze bij vroegere humanitaire rampen niet of minder zagen.
Het is al de tiende keer sinds 1976 dat een ebola-epidemie uitbreekt in het Afrikaanse land, maar deze epidemie is de zwaarste ooit in Congo. Wereldwijd is het de tweede ernstigste uitbraak, na die in de West-Afrikaanse landen Liberia, Guinée en Sierra Leone in 2014-2015. Daar vielen meer dan 11.000 doden.
bron: Belga