Thanksgiving, wat is dat?
Het is een typisch Amerikaans feest, waarvan de eerste sporen dateren uit de 17de eeuw. Een dag waarop gezinnen dankbaar zijn voor de oogsten van het afgelopen jaar. Op de vierde donderdag van november komt iedereen samen voor een groot feestmaal, dat in het teken staat van de beroemde kalkoen. Het is traditioneel een lange, met drank overgoten avond, gevolgd door een allerminst productieve vierde vrijdag van november. En dat is waar Black Friday zijn intrede doet.
Shoppen om te bekomen
In al hun goedheid beslisten de Amerikaanse werkgevers in 1932 om hun werknemers de dag na Thanksgiving vrij te geven. En omdat in het land van Uncle Sam elke dollar telt, was dit lange weekend de ideale gelegenheid om met het hele gezin kerstinkopen te gaan doen. Winkeliers en grote ketens zagen al heel snel het potentieel van deze dag in en begonnen flinke kortingen aan te bieden.
Het idee dateert dan wel uit 1932, maar de eerste keer dat Thanksgiving' en Black Friday' in dezelfde zin gebruikt werden, was in november 1951 in een New Yorks handelstijdschrift. Bonnie Taylor-Blake, een neurowetenschapper, merkte toen op dat vóór die datum veel werknemers plots ziek waren op vrijdag.
En waarom Black'?
Over de oorsprong van de term heerst onzekerheid. Er bestaan twee hypothesen. Volgens de eerste is het pejoratief en afkomstig van politie en buschauffeurs die die dag overuren moesten kloppen, terwijl de straten en winkels zwart' zagen van het volk.
Maar volgens de tweede is er een heel andere verklaring. Op deze dag zouden handelaars namelijk uit de rode cijfers geraken (verlies) en met zwarte inkt (winst) kunnen schrijven. Tijdens één enkel weekend realiseren veel Amerikaanse winkeliers maar liefst 20 tot 40% van hun jaaromzet. Over rinkelende kassa's gesproken!