Honderd studenten kregen een test met tien wiskundige vragen. De helft van de groep maakte de test in een kamer waar een aroma van koffie hing, de andere helft moest de test in geurloze kamer oplossen. Uit het onderzoek blijkt dat de eerste helft, diegenen die in de naar-koffie-ruikende kamer zaten, de test significant beter maakten. De bevindingen werden gepubliceerd in The Journal of Environmental Psychology.
Overtuigd van eigen kunnen
Tweehonderd nieuwe mensen kregen daarna de vraag om verschillende geuren te ruiken en aan te geven wat die geuren met hen deden. Ook hier gaven de ondervraagden aan dat de geur van koffie hen energieker en alerter maakte dan andere geuren. "Het is niet alleen zo dat een koffie-achtige geur mensen beter liet presteren op analytische taken", zegt hoofdonderzoeker professor Adriana Madzharov. "Maar ze waren ook meer overtuigd van hun eigen kunnen. We hebben aangetoond dat dit geloof tenminste gedeeltelijk aan de basis ligt van hun verbeterde prestaties."