Met thuiswerk als de nieuwe norm hebben de sociale contacten een klap gekregen, volgens een duidelijke meerderheid van de respondenten. Een grote meerderheid van 78% zegt dat de sociale interactie op het werk is afgenomen tijdens de coronacrisis. Het belangrijkste gevolg van de COVID-19-crisis is dus het risico om eenzaam en sociaal geïsoleerd te worden. Volgens meer dan de helft (50,6%) is de sociale interactie zelfs drastisch afgenomen. Voor 16,7% bleven de sociale contacten echter gelijk - en voor 5,3% namen ze zelfs toe.
Autonomie en werkdruk
De evolutie van de werkdruk en de autonomie op het werk was veel minder uniform. Op de vraag of de werkdruk is toegenomen, antwoordt 41% van de respondenten positief. Ook op het gebied van de autonomie op het werk is een grote verscheidenheid aan uitkomsten vastgesteld. Een grote meerderheid van de respondenten (63,7%) meldt hier geen enkele verandering. Voor bijna een kwart van de respondenten (24,5%) is de autonomie op het werk sinds het begin van de crisis in maart afgenomen. Voor 11,6% is de zelfstandigheid op het werk echter toegenomen.
De studie waar 2.845 respondenten aan deelnamen, werd uitgevoerd in samenwerking met de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen van de KU Leuven. De gegevens werden verzameld via een online enquête tussen 28 juli en 9 augustus 2020.