"Al twee keer ben ik moeten vluchten om mezelf of mijn familie in leven te houden. De eerste keer zijn we verdreven door multinationals die onze grond wilden inpalmen. De tweede keer werden we met geweld bedreigd door politiemachten." Het verhaal van de Afro-Colombiaanse Francisca Benitez is het verhaal van Colombia, dat al meer dan een halve eeuw getekend wordt door bloedige conflicten. Aanzet is de grondproblematiek, die veel diepere, historische wortels heeft. "De basis voor de gewapende strijd en ongelijke grondverdeling werd al gelegd tijdens de kolonisatie door Spanje", bevestigt Sergio Coronado, vicedirecteur van Cinep.
Broederlijk Delen / K. Ceule
Zes miljoen vluchtelingen
De bebaarde Colombiaan ziet er misschien uit als een trendy hipster, maar is met bloedserieuze zaken bezig. Al meer dan tien jaar voert hij bij Cinep onderzoek uit naar mensenrechten en de impact van industrie op landbouwgebieden. "In Colombia worden grote stukken grond gecontroleerd door een hele kleine groep. Dat is een van de belangrijkste problemen waar het land mee kampt. Ongeveer 1% van de eigenaars heeft meer dan de helft van alle landbouwgrond in handen", legt hij uit. "Sinds de jaren 60 worden veel mensen gedwongen om zich te verplaatsen. Ruim zes miljoen Colombianen zijn op dit moment op de vlucht, waardoor Colombia na Syrië het land is met het grootste aantal interne vluchtelingen ter wereld", klinkt het triest.
Gedwongen verplaatsing
Eén van die vluchtelingen is Francisca Benitez. Vandaag heeft ze onderdak gevonden in de hoofdstad Bogotá, maar ze is opgegroeid in het departement Chocó. "Mijn ouders hadden het niet al te breed, maar we konden gemakkelijk leven van de maïs- en rijstteelt, en waren gelukkig", vertelt ze met een schittering in haar ogen. "Ik herinner me nog dat ik als jong meisje uit het niets grote baggerboten zag aankomen. Sinds die dag is alles veranderd."
Naar eigen zeggen beseft Benitez de laatste jaren pas ten volle wat er gebeurd is. "Wij zijn een warm en hartelijk volk, en hebben die vreemde multinationals met open armen ontvangen. Nu begrijp ik dat ze alleen geïnteresseerd waren in onze vruchtbare grond. Ze begonnen met mijnbouw en schakelden paramilitairen in, die ons met geweld verdreven uit onze streek."
Broederlijk Delen / K. Ceule
Net zoals vele andere uit haar gemeenschap, vluchtte Benitez naar een stad, maar ook daar kwam er geen einde aan de bedreigingen en het geweld. "Na enkele omzwervingen ben ik in Cali terecht gekomen. In 2004 werd daar mijn ene zoon vermoord en de andere gefolterd, omdat ze het gewelddadige optreden van politie in de armere buurten aankaartten. Opnieuw moesten we vluchten."
Door de traumatische ervaring kampt haar tweede zoon met psychische problemen en ook zelf ondervindt ze moeite om te leren leven met haar verleden. "Zo'n gedwongen verplaatsing is het zwaarste wat iemand kan meemaken. Een hele gemeenschap valt uit elkaar, tradities en dialecten gaan verloren, je moet alles achterlaten en opnieuw van nul beginnen."
Angst omzetten in kracht
Ondertussen blijft de energieke Benitez niet bij de pakken zitten en begeleidt ze andere Afro-Colombiaanse vrouwen die gedwongen werden te verhuizen. Samen met hen zoekt ze uit hoe ze erkend kunnen worden als slachtoffer. "Net om die reden moedig ik de onderhandelingen tussen de guerrillagroep Farc, de overheid, de militairen en de politie aan. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat een vredesakkoord leidt tot meer gerechtigheid voor de slachtoffers."
Tegelijk is ze bezorgd omdat de vredesonderhandelingen niet raken aan de onderliggende problemen. "De politici houden vast aan hun liberaal en kapitalistisch beleid, waardoor grote internationale bedrijven nog steeds vrij spel hebben en nieuwe misschien veel ergere conflicten in de hand werken."
Ook Coronado vreest dat de belangrijkste problemen niet van de baan zijn met een vredesakkoord. "Eind 2015 heeft het parlement nog een wet goedgekeurd die bedrijven het recht geeft om grond te claimen die onterecht in hun handen gekomen is. Deze maatregel druist in tegen de rechten van ontheemde boeren en verdreven gemeenschappen, en is een regelrechte voedingsbodem voor nieuwe protesten en geweld."
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Kitek Kiwe
Foto I. Van Halst
Het is 19 april 2001. De afgelopen week vond een massamoord plaats bij de indianengemeenschap van Kitek Kiwe. Maar liefst 27 mensen werden vermoord door een bende paramilitairen en het leger. Meer dan 40 personen zijn verdwenen en de resterende gezinnen sloegen op de vlucht.
"Pas na drie jaar van juridische actievoering en betogingen kregen we van de staat een nieuwe lap grond van 280 hectare", vertelt Gerson Acosta, hoofd van de Kitek Kiwe. "Maar deze grond ligt zo'n 300 kilometer van onze thuisbasis en is bijlange na niet zo vruchtbaar. De schadevergoeding leek eerst een droom die uitkwam, maar blijkt nu een vergiftigd geschenk te zijn."
Met de hulp van lokale en internationale hulporganisaties is de inheemse gemeenschap erin geslaagd om 72 daders voor 40 jaar achter tralies te zetten. "Maar het brein achter de massamoord de politici en bedrijfsleiders die onze vruchtbare grond gestolen hebben zijn nog steeds ongestraft. Ook al krijgen we nog dagelijks bedreigingen aan onze deur, we gaan door met onze aanklachten en hopen dat de waarheid aan het licht komt. Zodat zo'n tragedie niet nog eens gebeurt."
Liesbeth De Corte
Deze reportage kwam tot stand dankzij Broederlijk Delen. Nog tot en met 27 maart voeren zij campagne tegen gewapende groepen en grote bedrijven die steeds meer grond opeisen. Samen met dertien partnerorganisaties komen ze op voor de boerengemeenschappen in Colombia.
Foto boven Broederlijk Delen / T. De Boever