De Europese auto-industrie, bij monde van ACEA -de vereniging van Europese autobouwers- heeft maandagnacht "extreem bezorgd" gereageerd op de beslissing van Europese onderhandelaars om de uitstootnormen voor wagens in de toekomst fors aan te scherpen. "Een reductie met 37,5 procent van de CO2-uitstoot tegen 2030 kan dan wel plausibel lijken, het is totaal onrealistisch op basis van waar we vandaag staan", klinkt het onheilspellend. "De industrie betreurt dat de doelstelling enkel door politieke motieven werd ingegeven, zonder rekening te houden met de technologische en socio-economische realiteit". De Europese autobouwers beklemtonen dat het wel degelijk hun bedoeling is om de CO2-uitstoot van wagens verder naar beneden te halen. "Maar deze doelstellingen zijn extreem veeleisend voor de Europese auto-industrie. Het gebruik van elektrische wagens en alternatieve aandrijvingen zal veel sterker moeten toenemen, dan tot nu toe het geval is", waarschuwt ACEA.
De auto-industrie wijst hierbij op een aantal obstakels in het aankoopgedrag van de consument, zoals de betaalbaarheid van elektrische wagens en het gebrek aan oplaadpunten. Volgens ACEA moeten de 28 EU-lidstaten dan ook meer investeren in infrastructuur.
De industrie waarschuwt ook dat de strengere uitstootwaarden een "aardverschuivende" impact kunnen hebben op de werkgelegenheid in de sector, momenteel goed voor 13,3 miljoen jobs in Europa. "Om de negatieve impact van deze structurele verschuiving te verzachten, moeten beleidsmakers met concrete plannen komen om de transitie op een sociaal aanvaardbare manier te verzekeren, klinkt het.
bron: Belga