De aankondiging van het Chinese ministerie van Sport komt niet uit de lucht gevallen. De voorbije weken draaide de transfermarkt in het Aziatische land op volle toeren, met de overgang van Axel Witsel naar Tianjin Quanjian als meest in het oog springende wapenfeit.
De Rode Duivel gaat in China voortaan 18 miljoen euro per jaar verdienen, maar is lang niet de enige met zo'n astronomisch loonbriefje. Onder meer de Braziliaan Oscar (naar Shanghai SIPG) en de Argentijn Carlos Tevez (naar Shanghai Shenhua) lieten zich ook verleiden tot bijzonder lucratieve deals.
De gigantische bedragen die de Chinese clubs neertellen voor buitenlandse spelers zijn steeds meer Chinezen een doorn in het oog. Ze vinden dat het geld beter besteed kan worden aan de opleiding van eigen jeugdspelers, in de hoop dat China binnen afzienbare tijd kan meedraaien op het internationale toneel.
Voorlopig kan de Chinese nationale ploeg allesbehalve rivaliseren met Europese of Zuid-Amerikaanse selecties. Een mening die gedeeld wordt door president Xi Jinping, een grote voetbalfan. Hij gaf het ministerie van Sport de opdracht om maatregelen te treffen.
«We gaan de transfers van buitenlandse spelers en hun erg hoge lonen inperken», legt een woordvoerder uit. «We willen een salarisplafond instellen om irrationele investeringen te vermijden. Bij een overtreding van die nieuwe regels kunnen clubs uitgesloten worden van professioneel voetbal.»
Vorige maand kondigde het ministerie ook al aan dat het aantal toegestane buitenlandse spelers zal worden teruggebracht van vijf naar vier.