Bijna negen op de tien Belgen zouden willen dat de NIP-test veel meer genetische ziektes opspoort bij ongeboren kinderen. Dat schrijven Het Nieuwsblad en Het Belang van Limburg zaterdag. Gezondheidsinstituut Sciensano lanceert een groot DNA-debat en wil weten hoe de bevolking tegenover DNA-analyse staat. Sciensano wil de resultaten in maart volgend jaar voorleggen aan de politiek. "Zo kunnen we een maatschappelijk gedragen beleid uitwerken", zegt minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld).
Eén signaal dat de volgende regering alleszins niet kan negeren: liefst 87 procent van de Belgen wil dat de NIP-test naar veel meer ziektes speurt dan nu het geval is. Sciensano komt aan dat cijfer na een eerste bevraging bij duizend Belgen.
Het cijfer verbaast professor genetica Gert Matthijs (KU Leuven) niet. "Ongeveer 88 procent van de ouders kiest nu voor de NIP-test. Mensen gaan dus mee in het verhaal van genetische screenings", zegt hij. Dat blijkt ook uit de vaststelling van Sciensano dat 70 procent van de Belgen al voor de geboorte wil weten hoeveel kans hun toekomstige kinderen hebben op erfelijke ziektes.
"Maar genetische screening legt ook een verpletterende verantwoordelijkheid bij toekomstige ouders", aldus Matthijs. "Wil je bijvoorbeeld bij de geboorte weten dat je kind tegen zijn zestigste of zeventigste 20 procent kans heeft op alzheimer? Daar ben je op zich weinig mee. Bij ernstige ziektes is de situatie duidelijker, maar er zit heel veel in een grijze zone."
bron: Belga