Het is zover! Na twee maanden zomervakantie luidt de bel weer en keren de kinderen terug naar de schoolbanken. Voor sommigen wordt het een grote dag. Zij gaan voor het eerst naar de kleuterschool, de lagere school of het middelbaar. Anderen zijn dan weer toe aan een laatste jaar en beginnen de volgende keer aan een nieuwe etappe in hun schoolcarrière. Allemaal vinden ze eindelijk hun klasgenoten terug en zullen ze nieuwe mensen leren kennen. Elk begin van een schooljaar is dus een belangrijke gebeurtenis, maar in 2020 is de situatie wel meer speciaal dan anders omdat we ons midden in een gezondheidscrisis bevinden. We brengen even in kaart wat er verandert.
Leerplicht vanaf 5 jaar
Na meer dan 10 jaar discussie komt er op 1 september verandering in de leerplicht. Voortaan zijn alle kinderen in België vanaf 5 jaar verplicht om onderwijs te volgen. Tot nu toe was dat 6 jaar. Door de leeftijd te verlagen, hoopt de overheid verschillende doelen te bereiken: eventuele leermoeilijkheden bij kinderen sneller vaststellen, de kinderen vroeger de gewoontes van het schoolgaan bijbrengen en ervoor zorgen dat ze de taal van het onderwijs beter beheersen. Al die elementen moeten hun leer- en slaagkansen in de lagere school doen toenemen. Verschillende studies onderstrepen dat het noodzakelijk is om zo jong mogelijk de cognitieve functies te prikkelen en talen aan te leren. Met name bij gezinnen die in het dagelijks leven niet de officiële landstalen gebruiken is dat cruciaal.
Verschillende scenario's
Het begin van het schooljaar zal er in 2020 heel anders uitzien dan de voorgaande jaren. Dat heeft uiteraard alles te maken met COVID-19. Het coronavirus stuurde al het einde van het vorige schooljaar compleet in de war, en het waart nog steeds rond. In juni stelden de ministeries van onderwijs van de Vlaamse, Franse en Duitstalige gemeenschappen een gezamenlijk plan op voor de organisatie van de start van het nieuwe schooljaar in functie van de evolutie van de COVID-19-pandemie. Ze tekenden verschillende scenario's uit. Op basis van het advies van experts hebben de onderwijsministeries beslist dat alle kinderen uit de kleuterklas en de lagere school weer vijf dagen per week naar school zullen gaan, wat de gezondheidstoestand ook mag zijn.
Voor de leerlingen van het middelbaar zullen de regels wel veranderen in functie van de evolutie van de epidemiologische situatie. Als het risico klein is en er weinig besmettingen zijn, moeten de leerlingen van het secundair onderwijs ook elke dag naar school. Ze zijn verplicht om een mondmasker te dragen, ook als ze de afstandsregels kunnen respecteren. Bij pauzes in de openlucht of tijdens sportactiviteiten mogen ze het mondmasker wel afzetten. Als de epidemie weer erger wordt, zullen de klassen van het middelbaar in twee groepen gesplitst worden die om de beurt les zullen krijgen. In dat scenario gaan de leerlingen om de week naar de klas. De andere week krijgen ze afstandsonderwijs.
Hou je aan de maatregelen
De onderwijsinstellingen moeten nauwgezet verschillende protocols naleven. De bekende hygiënemaatregelen - zoals vaak genoeg je handen wassen of ontsmetten - blijven heel belangrijk voor iedereen. De klaslokalen, gangen en leraarskamers moeten voortdurend verlucht worden. De overheid raadt de scholen ook aan om activiteiten en lessen in de buitenlucht te organiseren als dat mogelijk is. Tot slot moet elke onderwijsinstelling over een noodplan beschikken voor het geval er zich een uitbraak van besmetting voordoet.
Afstandsleren
Van bij het begin van het nieuwe schooljaar moeten de leraars zich dus klaarhouden om over te stappen naar afstandsonderwijs. Na een testfase tijdens de lockdown heeft de gezondheidscrisis de scholen gedwongen om zich aan te passen. Op enkele maanden tijd zijn afstandsonderwijs en digitaal onderricht vaste waarden geworden.
(tw)