De Antwerpse politie blaast de samenwerking met de speciale eenheden van de federale politie op. Dat berichten Het Nieuwsblad en Gazet van Antwerpen zaterdag. De fusie van die diensten met het Bijzondere Bijstandsteam moest tot een slagvaardige interventiedienst leiden, maar volgens het Antwerpse korps kost het vooral veel geld.
De samenwerking tussen de politiezone Antwerpen en de federale politie ging twee jaar geleden van start, toen de terreurdreiging die uitging van ISIS nog bijzonder actueel was. De vraag welke politiedienst in geval van een terreuraanslag in Antwerpen in staat was om in te grijpen, was prangend. De federale politie beschikt over de speciale eenheden, maar die waren onderbemand en overbevraagd.
De Antwerpse politie beschikte daarom over een eigen speciale interventie-eenheid: het bijzonder bijstandsteam (BBT). Het Comité P had al langer kritiek op het feit dat lokale politiezones hun eigen speciale eenheden oprichtten, en in Antwerpen klonk die kritiek nog luider toen Jonathan Jacob in zijn cel overleed nadat hij hardhandig was aangepakt door de BBT.
De stad Antwerpen, de lokale politie en de federale politie sloten daarom een overeenkomst waarbij het BBT zou opgaan in de federale politie. De Antwerpse politie bleef de lonen en uitrusting betalen, op voorwaarde dat er altijd een team paraat stond om in Antwerpen op te treden.
Na twee jaar samenwerking trekken korpschef Serge Muyters en burgemeester Bart De Wever (N-VA) de stekker uit het project. Antwerpen had er 3,8 miljoen in geïnvesteerd, maar met nauwelijks vijftien interventies viel het resultaat nogal mager uit. De leden van het voormalige BBT die de overstap hebben gemaakt naar de federale politie, kunnen terugkeren naar de Antwerpse politie of definitief overstappen naar de federale
bron: Belga