1. Het budget kan de hoogte in
Nog meer dan sportieve glorie vallen er in de Champions League vooral harde valuta te verdienen. In vergelijking met de Europa League ligt het prijzengeld op het kampioenenbal ettelijke malen hoger, wat deels de kloof verklaart tussen de absolute topclubs en het achtervolgende peloton. Het grootste deel van de inkomsten komt weliswaar uit televisierechten, waar AA Gent als Belgische club niet meteen op de eerste rij staat (2,5 miljoen euro), de kwalificatie en stevige puntenoogst hebben de Buffalo's wel een flinke duit opgeleverd. Voor drie zeges en een gelijkspel krijgt de landskampioen 5 miljoen euro, bovenop de startpremie van 12 miljoen euro en de kwalificatiepremie van 5,5 miljoen euro. Doe daar nog drie keer een vol huis bij en AA Gent verdiende tot dusver al 29 miljoen. Zelfs na het aftrekken van de premies en de verplaatsingskosten is dat meer dan het jaarbudget van de Buffalo's. Die financiële injectie kan de Oost-Vlamingen helpen om verder de kloof te dichten met Club Brugge en Anderlecht, tot nader order nog altijd de meest kapitaalkrachtige clubs van het land.
2. De UEFA-coëfficiënt krijgt een boost
De sterke prestaties van AA Gent komen het hele Belgische clubvoetbal ten goede. De kwalificatie voor de achtste finales deed België op de landenranking voor dit seizoen in één klap van de zeventiende naar de tiende plaats stijgen, wat heel erg welkom was. Een paar weken geleden zag het door de vroege uitschakeling van Charleroi en Standard en de magere puntenoogst van Club Brugge in de Europa League nog een pak minder goed uit voor de Jupiler Pro League. De coëfficiënt is vooral van belang omdat het gebruikt wordt als maatstaf om te bepalen hoeveel Europese vertegenwoordigers een land krijgt. Als België te ver wegzakt op de lijst, dreigt de kampioen in de toekomst niet langer rechtstreeks geplaatst te zijn voor de CL-groepsfase. Ook op de club ranking doet AA Gent het overigens erg goed. Dit seizoen staan de Buffalo's tot dusver dertiende, voor grootheden als Manchester United of FC Porto.
3. AA Gent maakt naam
Als debutant uit een kleine competitie kon AA Gent voor aanvang van de groepsfase niet bepaald op veel respect rekenen buiten de landsgrenzen. Bij de loting hielden noch Zenit, noch Valencia, noch Lyon echt rekening met de Belgische landskampioen. Zes wedstrijden, een gelijkspel en drie zeges later lijkt het besef ook in het buitenland te groeien dat Gent meer is dan een meeloper à la Maccabi Tel Aviv. In vrijwel alle Europese media werd met de nodige superlatieven verwezen naar het 'debutantensprookje'. Het zal voor manager Michel Louwagie nu ongetwijfeld ook gemakkelijker zijn om spelers tijdens de winterstop te overtuigen om naar de Ghelamco Arena te komen.
4. De marktwaarde van de spelers stijgt
Van de zestien ploegen in de achtste finales heeft AA Gent niet alleen veruit het kleinste budget, ook de totale waarde van de spelerskern ligt een pak lager dan bij andere clubs. Prestaties in de Jupiler Pro League worden door buitenlandse clubs niet altijd naar waarde geschat, wat niet gezegd kan worden van de Champions League. Vooral Sven Kums, Laurent Depoitre en Matz Sels hebben hun marktwaarde de voorbije weken flink opgekrikt, al geldt dat bij uitbreiding voor bijna elke Gentse basisspeler. De kans is dus reëel dat er deze zomer een of meerdere sterkhouders voor een flink bedrag verkassen naar een grotere competitie. Of hoe AA Gent nog eens langs de kassa kan passeren.