1. Mensen geven minder geld uit
Wie binnen zit, geeft weinig geld uit. Huishoudens besteden normaal gesproken 6,3 procent van hun inkomen aan de horeca, 3,2 procent aan recreatie en 20 procent aan spullen, zoals kleding en elektronica. Dat is in totaal 120 miljard euro, waar nu maar een klein deel van wordt uitgegeven.
2. Er is minder vraag naar arbeid
Een aantal bedrijven komt stil te liggen. Er komt niets binnen, maar er gaat wel geld uit aan onder meer huur en personeel. Vooral op dat laatste zal worden bezuinigd. Daardoor zal de werkloosheid oplopen. Mensen zonder werk geven minder geld uit, wat bedrijven weer verder in de problemen brengt.
3. De euro krijgt het zwaar
Landen die er financieel toch al zwak voor staan, zoals Griekenland en Italië, zijn ook nog eens erg afhankelijk van het toerisme. Ze hebben hoge staatsschulden, waardoor ze de coronacrisis nauwelijks kunnen opvangen. Ze kunnen de hele Eurozone aan het wankelen brengen, al zullen andere landen en de ECB er alles aan doen om dat te voorkomen.
4. De banken verliezen veel geld
Banken zullen een deel van het uitgeleende geld verliezen door faillissementen. Geld uitlenen aan bedrijven is moeilijker, omdat de toekomst onzeker is. Gelukkig spring de overheid bij met garanties en komt de ECB met een opkoopprogramma van 750 miljard euro om de rente op obligaties te verlagen.