Wat denk jij als je aan het woord migraine denkt? Velen zullen hardnekkige hoofdpijn zeggen, maar de ziekte is meer dan dat. Alleen zijn veel mensen hiervan niet op de hoogte. Naar aanleiding van de week van de migraine liet GSK een enquête afnemen bij 1.000 Belgen. Enkele opmerkelijke cijfers over de ziekte, de behandeling en de rol van de arts tonen dat er nog veel taboe rond heerst. Daarvoor wil GSK deze week aandacht vragen.
Genezen van migraine?
Opvallende cijfers waren er allereerst over de ziekte zelf. Zo denkt 18% van de Belgen dat migraine enkel uit hoofdpijn bestaat. Dat klopt niet want een aanval kan naast hoofdpijn ook duizeligheid, gevoeligheid aan het licht en braken omvatten.
Ook leeft het idee bij 36% van de Belgen dat migraine gemakkelijk te genezen is. Dat klopt ook niet.
Aarzelend naar de dokter
Ook bestaat er veel onduidelijkheid bij patiënten wanneer ze het best een arts raadplegen. Zo wachtte 23% van de Belgische bevolking liefst een jaar - na de eerste migrainesymptomen – om naar een dokter te gaan. Dat komt omdat 44% hun pijn op korte termijn proberen te verlichten met pijnstillers. Een van de redenen waarom patiënten lang wachten, is omdat een op de zes denkt dat migraine vanzelf zal over gaan. 9% gelooft er bovendien niet in dat een arts of apotheker hen kan helpen.
Maar andere cijfers bewijzen het tegendeel. Zo vond 9 op de 10 patiënten een bezoek aan een arts wél nuttig. Volgens de cijfers begrijpt 36% van de patiënten daarna hun diagnose beter en voelt 26% zich beter geïnformeerd over de preventie en behandeling van migraine.
«Het vertrouwen is een zeer belangrijke factor in de diagnose en behandeling van migraine. Dit is vaak leeftijdsgebonden want men stelt vast dat vooral jonge mensen even de tijd nodig hebben om zich aan een gezondheidsdeskundige toe te vertrouwen», zegt professor Versijpt.
Arts of Google
Uit de enquête is ook gebleken dat 30% van de ondervraagden onvoldoende weet welke arts ze moeten raadplegen (28%) en wat de oorzaken zijn van migraine (23%). Ook over de symptomen (18%) is er veel onwetendheid. Maar goed nieuws: de respondenten gaven hierbij aan dat ze sneller informatie zullen zoeken bij mensen dan op het internet.
Zo gaven de deelnemers van de enquête aan dat ze eerst naar hun huisarts gaan, dan naar hun specialist, apotheker en ten slotte bij hun familie en vrienden. De ondervraagden hebben 10 keer meer vertrouwen in hun huisarts dan in Google en die positieve evolutie ziet ook professor Versijpt graag.
«Het zoeken naar informatie is de essentie van het raadplegen van een gezondheidsdeskundige», aldus professor Versijpt.