Rusland ontkent gebruik van chemische wapens door Syrische regime

Het Syrische leger heeft volgens Rusland geen chemische wapens ingezet tegen de rebellen in de stad Douma, in de regio Oost-Ghouta. Dat blijkt vandaag uit de reactie van een Russische generaal op berichten over een nieuwe chemische aanval. Rusland is de belangrijkste bondgenoot van het Syrische regime. Verschillende ngo's hebben gisterenavond melding gemaakt van een mogelijke gifgasaanval in Douma, de laatste stad in Oost-Goutha die nog in handen van rebellen is. Volgens de Syrische hulporganisatie Withelmen dropte een helikopter van de Syrische luchtmacht een vatenbom met chemicaliën. De Withelmen maken melding van meer dan 100 doden en 1.000 gewonden. Ook de Unie van Syrische Medische Organisaties (UOSSM) gaat uit van een chemische aanval. Die organisatie gaat er, in haar meest recente balans, van uit dat het dodental tot boven de honderd zal uitstijgen.

Bij het Russische leger klinkt het dat Syrië geen chemische wapens heeft ingezet. "We ontkennen deze informatie stellig", zo reageert generaal-majoor Joeri Jevtoesjenko. "We zijn bereid om, van zodra Doema bevrijd is, onmiddellijk een team van Russische experts ter plaatse te sturen om gegevens te verzamelen die aantonen dat deze verklaringen vals zijn", zo klinkt het.

Intussen voert het Syrische leger vanochtend opnieuw luchtaanvallen uit op Douma, zo zegt het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten. Volgens Syrische media heeft de regering ook de onderhandelingen met de rebellen over een terugtrekking uit Douma hervat. "De terroristen van Jaish al-Islam hebben onderhandelingen gevraagd en de Syrische staat gaat de gesprekken opstarten", zo schrijft het staatsagentschap Sana.

Het Syrische leger voert sinds 18 februari samen met Rusland hevige aanvallen uit op Oost-Ghouta, een regio in de buurt van Damascus. Met een combinatie van luchtaanvallen en terugtrekkingsakkoorden is het regime erin geslaagd om de controle over zowat 95 procent van die regio te heroveren, maar Douma blijft (deels) nog in handen van rebellen.

Bron: Belga