De geboren Izegemnaar Jules Geldhof diende tijdens de Eerste Wereldoorlog als vrijwilliger bij de genietroepen. Tijdens de oorlog hield hij een soort dagboek bij van zijn belevenissen aan het front. Ook de foto’s bieden een unieke blik op het leven toen. Zo fotografeerde Geldhof zijn zwemmende kameraden, maar ook een goede vriend die net gesneuveld was. «Zijn oorlogsdagboek getuigt van een soldaat die de omstandigheden scherp observeerde en beschreef», aldus Annick Vandenbilcke, wetenschappelijk medewerkster van het In Flanders Field Museum.
Vergeten
Wanneer Jules Geldhof in 1917 gewond raakte, werd hij overgebracht naar het Engelse Birmingham. Daar zou hij verzorgd zijn door Clara Carter. Die verpleegster huwde na de oorlog met een Australiër die eveneens in het militair hospitaal verbleven had. Toen ze in 1919 naar Australië verhuisden, nam Carter het oorlogsdagboek en een kunstig bewerkte obus van Jules mee. Het staat niet helemaal vast hoe die spullen in haar bezit waren gekomen. Vermoedelijk was Geldhof zijn dagboek gewoon vergeten toen hij Engeland verliet. Na de oorlog vestigde Geldhof zich in Moeskroen.
Sterke oorlogsgetuigenis
Ruim honderd jaar later zocht een kleinzoon van Clara Carter contact met de familie van Geldhof om het dagboek terug te bezorgen. Dankzij het boekje en de vele foto’s ontdekten ze het oorlogsverleden van hun in 1961 overleden voorvader. «Maar dit kleinood heeft niet alleen een waarde voor de familie, het is en blijft een sterke en representatieve oorlogsgetuigenis voor de toekomstige generaties.» De familie Geldhof besliste uiteindelijk op hun beurt om het dagboek te schenken aan het In Flanders Fields Museum, waar iedereen voortaan zijn verhaal zal kunnen lezen en bekijken.