Op 16 juni wou Phoebe Copas, een 48-jarige vrouw uit Texas, een taxi nemen naar Mission Valley in El Paso. Ze was in de stad op bezoek bij haar vriend. Voor de rit rekende ze op Uber-chauffeur Daniel Piedra Garcia, een 52-jarige man. Hij reed haar via de Amerikaanse Route 54 naar haar bestemming, maar halfweg het ritje liep het flink mis. Plots zag Copas verkeersborden die ‘Juarez, Mexico’ zeiden. El Paso ligt tenslotte vlakbij de grens met Mexico.
«Geen bewijs van kidnapping»
Op dat moment raakte Copas in paniek. Ze nam haar pistool uit haar handtas en schoot Piedra in het hoofd. Daarop crashte de wagen in de vangrail. Die zou niet in de buurt geweest zijn van een brug of toegangspoort die rechtstreeks toegang gaf tot Mexico. Volgens het El Paso Police Department is er «geen bewijs» gevonden van «kidnapping» of dat «Piedra afweek van Copas’ bestemming.»
Voordat Copas de hulpdiensten belde, nam ze volgens de politie eerst nog een foto van het lichaam van Piedra, die ze doorstuurde naar haar vriend. Piedra spendeerde nog enkele dagen in het ziekenhuis, maar overleed aan zijn verwondingen. Copas wordt nu beschuldigd van moord en verblijft in voorhechtenis.
Impulsief
«Hij was een hardwerkende man en erg grappig. Hij had nooit een slecht humeur», reageert Didi Lopez, de nicht van Piedra, aan de El Paso Times. «Ik wou dat ze iets gezegd had, vragen had gesteld, in plaats van impulsief te handelen. Want ze heeft niet alleen ons leven geruïneerd, maar ook dat van haar», besluit Lopez.