De interesse voor de miljoenenviool komt van particulieren en instellingen maar ook van consortia van investeerders. «Banken en stichtingen zijn de nieuwste deelnemers aan onze markt», zegt Carlos Tome, directeur van Tarisio New York.
De duurste viool tot nu toe op een openbare veiling was de ‘Lady Blunt’, een Stradivarius uit 1721 die in New York voor 15,8 miljoen dollar verkocht werd.
De beroemdste instrumentenmaker in de geschiedenis is waarschijnlijk Antonio Stradivarius (1644-1737). Gevestigd in het Italiaanse Cremona bouwde hij naar schatting 1.100 violen. Ongeveer 600 daarvan bestaan nog steeds en worden na drie eeuwen nog bespeeld.
Meer waard
Bartolomo Giuseppe Guarneri (1698-1744), bekend als Guarneri del Gesù, was ook gevestigd in Cremona. Beide vioolbouwers zouden hun hout uit dezelfde streek hebben gehaald, wat volgens een recente studie hun onnavolgbare geluid zou kunnen verklaren. Guarneri maakte echter slechts een 250-tal violen, waarvan er nu ongeveer 150 bekend zijn. Daarom zijn de violen van Guarneri vaak evenveel of zelfs meer waard dan die van Stradivarius.
De ‘Baltic’ is volgens Tarisiodirecteur Tome in uitstekende staat. De viool werd twee keer tentoongesteld in het Metropolitan Museum of Art in New York - in 1994 en in 2012 - en was bijna 50 jaar in het bezit van de familie van Sau-Wing Lam, een in China geboren en in de Verenigde Staten gevestigde verzamelaar en kunstmecenas. «We verwachten dat de uiteindelijke prijs meer dan 10 miljoen dollar zal zijn, tot wel 20 miljoen», aldus Tome.