«Een grote last is van mijn schouders gevallen», zei Hakamada. De bejaarde Japanner werd in 1968 ter dood veroordeeld voor de viervoudige moord op zijn baas en drie leden van diens familie. Hakamada had de misdaad destijds bekend na weken van heftige ondervragingen. Later herriep hij zijn verhaal en sindsdien houdt de man zijn onschuld vol.
In 1980 werd het vonnis echter bevestigd en Hakamada, een voormalig bokser, zat meer dan vier decennia in de dodencel. Nadat een Japanse rechtbank twijfels over de schuld had toegegeven - op basis van DNA-testen op bebloede kleding - kwam Hakamada in 2014 vrij in afwachting van een nieuw proces.
Zestig jaar wachten
Het lot van Hakamada was daarmee nog niet bezegeld. In 2018 trok het Hooggerechtshof van Tokio de beslissing van 2014 in. De zaak werd doorgestuurd om behandeld te worden in hoger beroep. Daar beslisten rechters in 2020 dat het Hooggerechtshof zijn beslissing opnieuw moest herzien.
«Ik heb bijna zestig jaar op deze dag moeten wachten, maar hij is gekomen», vertelt Hideko Hakamada, de zus van de ter doodveroordeelde man en tevens zijn felste verdediger. De familieleden van Hakamada wijzen op de psychologische littekens die de man heeft na vier decennia in angst te leven voor een executie.
Fysieke bewijzen
Door een verandering in het Japanse rechtssysteem werden er de afgelopen jaren heel wat verzoeken ingediend om een proces te herzien. Vroeger moesten openbare aanklagers niet per se fysieke bewijzen aandragen in een zaak, vandaag is dat wel het geval. Ook de regels rond volksjury’s zijn veranderd.
Japan is, samen met de Verenigde Staten, een van de laatste democratische landen waar de doodstraf nog bestaat. Amnesty International reageerde tevreden op de beslissing om Hakamada een nieuw proces te gunnen.